Ze dulden de steek van de zon uit de tropen
Ze laten zich slaan door orkaan en passaat
Ze blaren in Elst al maar blijven fanaat
op een roemrijke tocht door de Annastraat hopen
Een enkeling maakt het dan niettemin laat
Die schuimt door de stad om wat schaalbier te kopen
en om er na afloop wat stoelen te slopen
Folklore, meneer, men bedoelt het niet kwaad
Oh Nijmegen, Waaldorp van wereldformaat
Zet alles, je poorten, je tapkranen, open
geur op nu en voed weer mijn hamburgerhaat
Vierdaagse – het is toch volledig bezopen?
Ik leef weer een dag of wat enkel op straat
Oh Nijmegen, Nijmegen, laat het maar lopen