De een verbeeldt een kapstok op toneel. De ander smeert faecaliën op lappen of noemt een vingerwijzing 'stil ballet'. Het gaat om kunst dus alle mensen klappen.
Pas op, kijk uit, want kunst is er zo veel dat er geen zuigeling aan kan ontsnappen en ook niet aan de ongeschreven wet: wij maken kunst, publiek, dus gij zult klappen!
Maar wie schrijft desgewenst nog een rondeel? Wie is er op een copla te betrappen of op een balladette, een sonnet? Wie dwingt me daarmee tot geestdriftig klappen?
Ik las zijn werk opnieuw en kijk nu scheel, mijn pols doet zeer, mijn schouder is ontzet: ja Drs. P - dan blijf je klappen.
Lang geleden, toen Drs. P de Blijvend Applaus-prijs ontving, schreef Wilbert Friederichs dit gedicht.
Het blijft nog lang onrustig in de stad. Dat heb je met die veel te warme dagen, of liever met die veel te warme nachten:
te veel muziek en opgekropte klachten, gezellig buiten zitten met een krat. Dan heeft een burenruzie kans van slagen.
Sirenes klinken: een politiewagen op weg naar iets wat blijkbaar niet kan wachten. De stadsbewoners zijn de warmte zat.
Ik wandel ongekleed langs lome velden en voel de zomerschemer op mijn lijf.
Het wordt wat koeler rond een uur of vijf. De krekel tsjirpt, de koekoek komt zich melden.
Dan heb je alle onrust wel gehad.
Af en toe heb ik de onbedwingbare behoefte mijn beta-achtergrond te etaleren. Het kwadratensonnet is gebaseerd op het sommetje 3x3+2x2+1x1=14. De chute is na regel 9. Regel 14 is de wegwezer. Het rijmschema is abc cab bca de ed a