wimlijst.png
 
Wim Meyles uit Sint Pancras is winnaar van het Nederlands Kampioenschap Light Verse Dichten 2020.
Een van de door hem  ingezonden gedichten. 
 
Nepweb (een kwintijnenkwintet) 
 
Hoe heilzaam is de Nieuwjaarsduik in zee?
Is sparen nu Klaas Knotten of Piet Snotten?
Wat moet ik doen als Don Juan in spe?
Veel kennis op het web, maar ook foul play,
slecht volk doet alles om u te bedotten.
 
Hier overtreft men Story en Privé,
het is een bron van nepnieuws en complotten:
Henk Krol bekeert zich tot de SGP,
Trump eet geen kip-, alleen maar haanfilet,
Baudet probeerde novitsjok bij Otten.
 
Bill Gates verstopte covid in 5G,
corona krijg je niet in druipsteengrotten,
Van Dissel is beschikbaar als premier,
de vleermuis kan terug in uw diner:
het virus is afkomstig van marmotten. 
 
Maar een gewaarschuwd browser telt voor twee,
Ik laat me niet beduvelen door zotten.
Ik start een site gericht op pais en vree,
geen nep- maar pepnieuws deel ik aan u mee,
het positieve denken zal gaan vlotten.
 
Gevoel voor humor is voortaan een pre,
de Schilderswijk zal bloeien, niet verkrotten.
Er zit tóch vera in de aloë,
er komen fondsen voor het Groot Dictee,
en voor light verse royale prijzenpotten.
 
https://www.wimmeyles.nl
 
 
Jurylid Machiel Pomp  over de winnaar 
 
Nadat Wim Meyles in 2018 voor het eerst de finale van het NK Light Verse had gehaald, ging hij vrijwel dagelijks publiceren op het Vrije Vers.
In twee jaar tijd heeft hij daar een imposante reeks luchtige gedichten geplaatst, gestoeld op spitsvondige woordspeligheid.
Zijn ingezonden werk van dit jaar getuigt van veelzijdigheid en onmiskenbaar vakmanschap.
Over ieder woord is nagedacht, terwijl het taalgebruik nergens gekunsteld oogt.
Wim Meyles publiceerde al 25 bundelingen met eigen werk, maar verdient een bredere bekendheid bij een groter publiek.
Met zijn toegankelijke geestigheid, mooie vondsten en prachtige woordkeus is hij wat de jury betreft een waardige winnaar van het NK Light Verse 2020.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Kees Jiskoot overleden


Foto Lex de Meester

De dood van Joost Zwagerman, de Emile Ratelband van de dicht- en andere kunst, trok nogal de aandacht van de vaderlandse media.
In alle stilte en onopgemerkt overleed enkele dagen voor hem, op 82-jarige leeftijd, de Zeeuwse dichter Kees Jiskoot, die zijn eruditie niet van Google haalde, maar nog echte boeken las.

Kees Jiskoot werd in 1933 geboren te Barendrecht. Vanaf 1935 woonde hij, met een onderbreking van 12 jaar, in Zeeland.
Na zijn artsexamen  was hij achtereenvolgens gouvernementsarts in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea (Biak, Centraal Bergland), huisarts te Terneuzen en verzekeringsarts in Goes.
Jarenlang leverde hij bijdragen aan de lightverserubriek van De tweede ronde en in 2003 ontving hij voor zijn gehele lichtegedichtoeuvre, gekenmerkt door een naïeve beminnelijkheid, de  prestigieuze Kees Stip-prijs.
Later mocht hij die zelf nog overhandigen aan een van zijn vroegere patiënten, Frank van Pamelen.

Minder bekend is dat hij ook duizenden Russische gedichten vertaalde. Vanaf 1996 verschenen enkele van die vertalingen in De tweede ronde en andere in eigenbeheerbundels, later ook bij reguliere uitgevers.
Door de hem kenmerkende bescheidenheid (hij noemde zich niet alleen lichte-gedichtenschrijver, maar ook lichte vertaler) bleef dit lang onopgemerkt in de Slavistenwereld, maar in 2013 drong dat toch ook daar door en ontving hij voor zijn vertalingen van het werk van Sergej Esenin de Aleida Schot-prijs.
Het vrije vers verliest een gewaardeerd medewerker en we nemen afscheid van een beminnelijk man, die in diepe mediastilte een reusachtig oeuvre naliet.

Een kwestie van vorm

Wie meent dat ik zal sterven, heeft het mis.
Ik ga wel dood natuurlijk, word begraven,
maar prompt daarop volgt mijn herrijzenis
doordat ik velen met mijn lijf zal laven.

Ik keer weerom in al wat levend is,
ik heb voor allebeest de rijkste gaven,
ik vorm voor tor en worm de rijkste dis
en hangt men mij, voor gieren en voor raven.

Atomen, moleculen blijven immer:
in water, lucht, de aarde of het vuur.
Of worden Licht – verdwijnen doe ik nimmer,
ik keer – ha Kees! – terug in de natuur.

Zo zal ik bij mijn nabestaanden blijven;
ook nabestaand, alleen in andere lijven.

Kees Jiskoot