In navolging van Frank van Pamelens cryptonnet maakte ik dit puzzelsonnet. Een printklare versie in pdf staat HIER voor u klaar! Als de puzzel goed is opgelost, vormen de letters a t/m i een dichtvorm van n vierregelige strofen. Wie ook een puzzel wil ontwerpen: na het nodige geknobbel met potlood en gum op ruitjespapier, leent de tabelmodus van Word zich daar prima voor! De oplossing komt volgende week.
Toen Mollie ons trakteerde op een torte Een punt voor elk van ons, zij at de rest Ze meed gezondheidspraatjes als de pest Omdat ze liever smikkelde dan sportte
In Apeldoorn was de Kapelstraat de enige fietsverbinding die het zeer langgerekte centrum-voetgangersgebied kruiste. Dat verliep jaren zonder problemen tot horecaondernemers in die smalle straat terrassen gingen exploiteren.
Voor de 26e keer organiseerde Bibliotheek Almelo de jaarlijkse Willem Wilmink Dichtwedstrijd. Het in te zenden gedicht diende ergens de door een gastdichter gegeven regel te bevatten.
Dit jaar was het de beurt aan Dorine Wiersma – zij werd door de vorige gastdichter, Mylou Frencken, uitgenodigd om deze regel te bedenken. Wiersma kwam met de volgende regel: “Het allerbeste is nog altijd rustig blijven”.
Er zaten helaas dit jaar geen prijswinnende gedichten van bekende dichters van Het Vrije Vers bij, hoewel Robin Veen onlangs nog meestreed in de finale van het laatste kampioenschap ‘Light verse dichten’ en ook Onno-Sven Tromp bij velen van de Vrije Vers-dichters al geen onbekende meer is.
Remko Koplamp maakte, na zijn vorig jaar behaalde eerste plaats, deel uit van de jury.
Na het spannende aftellen (de 10 overgebleven genomineerden werden van plaats nr. 10 tot aan de uiteindelijk eerste plaats naar het podium geroepen on daar hun gedicht voor te lezen) kwamen de volgende dichters op de eerste drie plekken terecht:
Op 3: Onno-Sven Tromp met onderstaand vormgedicht:
Jij kwam en
liep vanuit het
niets mijn leven
binnen, je was een
zon die licht schonk
aan een grijze dag.
Mijn denken stokte
en ik was totaal van
slag, ik raakte in
een paar
seconden
buiten zinnen.
Het allerbeste is nog altijd
rustig blijven, hoe vaak had ik dat
al niet in mezelf gezegd? Waarschijnlijk
overtuigde het me toch niet echt, want ik
besloot meteen een vormgedicht te schrijven.
Ik greep mijn kroontjespen en maakte
weidse krullen, ik schetste jouw
contouren met de grootste
sier. Je beeltenis verscheen in
letters op papier, met jou kon ik
gemakkelijk een schrijfvel vullen.
Ik schiep je hoofd, om daarna zwierig af
te zakken langs je haren, oren, schouders,
armen en je rug. Ik kwam wat traag op gang
maar later ging het vlug, ik kreeg de smaak van
jouw figuur steeds meer te pakken.
Pas bij je onderlichaam
moest ik op gaan letten,
mijn pen gleed eerst nog
vlot en stijlvol langs een
been, om hortend uit te
komen bij je kleine
teen: ik had de
eer om daar
de laatste
punt te zetten.
Op 2: Tineke van Roozendaal met:
La vida es ahora
la vida es ahora
we nemen het verleden mee
in ons lichaam, in onze geest
als een kracht, als een trauma
wat geweest is, is geweest
la vida es ahora
we weten niet wat komen gaat
flux of een vreemd magnetisch veld
een komedie of een drama
grillig als het klimaat
la vida es ahora
onstuimig vloeit het water richting zee
het allerbeste is nog altijd rustig blijven
en leren leven met corona
we bewegen met de getijstroom mee
En op 1: Anje Gnodde met:
Ochtend
Je voelt je traag vandaag,
het bloed stroomt stroperig
door je aderen, een aangename
suis zoemt in je hoofd.
Maar de wekkerradio gilt moord
en daarna brand en dan een botsing
op de snelweg richting Zeist.
Je gaapt jezelf uit bed.
De sokken doen aan partnerruil,
je spijkerbroek besloot een
koffievlek te nemen, spottend
grijnst een bloes met alle rimpels
die ze maken kan.
Geen ontbijt, het laatste brood begon
een tuintje in de kleuren blauw en groen.
Een haastig glaasje water spartelt koud
je slaperige slokdarm in.
De Gazelle in de schuur
staat nog in meditatiestand;
in zacht contact met moeder aarde,
volledig uitgeademd, leeg.
Je zou willen sprinten als een hinde
maar hobbelt als een gans naar
de verlaten halte van de bus.
De winterwind slaat zijn armen
om je schouders, zet zijn tanden
in de randen van je oren, lispelt
lijzig dat het zo oneerlijk is.
Dan vliegt er rood voor je ogen.
Het landt op de kale arm van een eik,
vouwt zijn vleugels op, spert zijn snavel
open en zingt - het is duidelijk
te verstaan - het allerbeste is nog altijd
rustig blijven.
De overige ereplaatsen waren voor resp: Henny Huveneers (!0), Astrid Arns (9), Monica Boschman ((8), Robin Veen (7), Ben Sloot (6), Gerda Koppelman (5), en Karen de Boer (4)
Er is een plaats gemaakt van bordkarton, er is een deur die niet meer opengaat, er staat een muur omheen van goudbrokaat, er hangt een klok waar ooit de tijd begon.
Daar lag mijn hart te kloppen in een steeg, daar kende ik de naam op elke zerk, daar kuste ik een meisje bij de kerk, daar leerde ik van klappen die ik kreeg.
Ik was er laatst weer, voor het eerst in jaren. De muur was weg, de deur had zich verhangen, het meisje was verliefd, verloofd, verlangen, de klok had scheuren waar de wijzers waren.
Soms speet het de dieren dat ze de kunst van het lezen niet machtig waren. Ze hadden het gevoel dat ze van veel informatie verstoken bleven en dat daardoor hun ontwikkeling ernstig geremd werd. Als ze de tekst van een bord of plakkaat wilden weten, moesten ze altijd de uil raadplegen, die als enige het alfabet beheerste. De wijze vogel had het er druk mee. Elke dag was hij op pad om nieuwsgierige dieren te woord te staan.
‘Wat staat hier?’ vroeg de vos.
‘Verboden toegang,’ antwoordde de uil. ‘Artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht. Dat betekent dat iedereen die kan lezen, dit bord niet mag passeren.’
‘Goed om te weten,’ glunderde de vos.
Een eindje verderop schoot een zwijn de uil aan.
Wat valt hier te lezen?’ vroeg hij. ‘Is dit belangrijk voor mij?’
‘Jazeker,’ zei de uil. ‘Hier staat ‘Tijdelijk gesloten voor het publiek.’ Je biezen pakken, dat is wat ik je aan moet raden. In dit stuk van het bos kun je binnenkort iemand tegenkomen die dol is op knallen.’
Serene stilte in het Kroondomein,
hier zal men recreatie niet promoten:
Het Loo wordt ieder najaar afgesloten,
dan is het koninklijk privéterrein.
Dan blijven wij op afstand met z’n allen,
je moet de rust natuurlijk niet verknallen.
Taalhumorist en Nederlands kampioen plezierdichten Wim Meyles combineert in zijn 27e boek fabels en light verse. Verpakt in vijftig dierenverhalen sche(r)tst hij herkenbare menselijke trekjes en biedt hij een speelse kijk op de meest uiteenlopende actuele zaken, zoals woningnood, milieu, overgewicht, Groninger malaise, koning Willem, wietplantages, ufo’s, influencers, nepnieuws, farmaceuten, tatoeages, loterijen, reclamepraat, songfestival, privatisering en de pandemie. Elke fabel sluit hij af in dichtvorm, met een filosofische of satirische bespiegeling, of een grappige wending. Lees ‘De mug en de olifant’, en ontdek of u zichzelf herkent in de uil, de vos, het schaap, de mol, de gans, de zwaan, de kikker, of een van de vele andere dieren
Rechtstreeks bij Wim bestellen? Stuur een mailtje met adresgegevens naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. . De prijs bedraagt € 14,95. De verzendkosten van € 4 komen daar nog bij.
Ook verkrijgbaar via de uitgever www.elikser.nl en de (internet)boekhandels.
Gepensioneerd, ik trek de broekriem aan Ik smeer wat minder boter op mijn brood Een speklapje in plaats van entrecote Ook laat ik de cognac wat vaker staan
Ik kondig de kaas af en ook chocopasta. Ik vaardig de ham uit en melkhagelslag. Van leverpastei maak ik heden gewag. Tot slot proclameer ik de jam en nu basta!
Hoewel de verklaring waarschijnlijk op pech duidt, roep ik met dit statement de staat van beleg uit.