'Kijk daar nou die schatjes de bar binnen zweven' Ik draaide me om, ze had niet overdreven Een laagje thermiek op de vloer leek het wel
Hij zei: 'ik doe Rechten', zij zei: 'oh vertel!' Zo raakten hun werelden langzaam verweven Ze werden magneten, ze bleven maar kleven Wat keken ze gretig, wat straalden ze fel
Wij voelden de vonken, we volgden het spel Het stond op de deuren en ramen geschreven: Dit afspraakje duurt nog de rest van hun leven En iedereen wist het, behalve dat stel
Zij staarden slechts, stamelden, alles vergetend Een jongen, een meisje, zo heerlijk onwetend
Een kleermaker (haute couturier) rapporteert: 'Een goed ogend maatpak is altijd een pré De stijlvolle heer die die stelregel eert En elke persoonlijke aanval pareert Laat mannen verbleken in prêt-à-porter'
slaap, eet en drink. Ik denk niet veel en als ik denk, denk ik aan niets.
Gebroken dromen worden heel; het eiland wekt het kind in mij. De wind verleidt en streelt. Ik speel!
De wolken dartelen voorbij. Ik kus de herfst en voel me vrij.
Steven van der Burg: "Dit rijmpie zond ik naar een verhalenwedstrijd van het Texelfonds. Hoewel het niet echt een verhaal is (en het woord Texel er niet in voorkomt), werd ik als een van de zes genomineerden toch uitgenodigd het te komen voorlezen op de verhalenmiddag in de bioscoop van Den Burg. Niet gewonnen. De PC Hooftprijs trouwens ook niet."
Ik raak steeds meer aan Oostenrijk gehecht Ik dans de wals en doe aan wintersporten Ik drink veel schnaps en eet hier sachertorte Die lederhosen staan mij ook niet slecht
En na dat ongelukje bij het rodelen Bleek ik ineens verrassend goed te jodelen
De koffiebonen zijn verbazend schaars op het moment Vervelend als je, net als ik, verslaafd aan koffie bent Ik zocht en zocht maar nergens bleek een voorraadje te zijn Bij Jumbo niet, bij Ekoplaza, Spar noch Albert Heijn Ten slotte heb ik mij er moedeloos bij neergelegd Zo kwam ik als vanzelf weer bij de slijterij terecht
Juist nu dit jaar de vrijheid tachtig wordt Begint ver weg een dolle hond te blaffen Die dreigt opnieuw de onschuld af te straffen Waarbij hij ons in de ellende stort
Mark Rutte doet zijn machteloze lach Hij krijgt de kaken haast niet verder open Zijn houdbaarheid is plotseling verlopen Geschutter neemt de plaats in van gezag
Als we in mei de vrede nog eens vieren Dan doen we dat met een bezwaard gemoed ‘Bevrijdingsfestival’ klinkt bitterzoet Boven het Westen cirkelen de gieren
Europa roept uit alle macht: ‘Nooit weer!’ Europa, ook satire helpt niet meer
Ik heb voor Unicef gecollecteerd, ik belde hoopvol aan bij villa Klever en dacht: ‘Hier woont beslist een gulle gever.’ Maar mijn veronderstelling bleek verkeerd.
Ze opende de deur en stond te stralen. ‘Ha,’ riep ze blij, ‘wat kom je mij betalen?’
Ontwikkelingshulp mag van PVV-minister Reinette Klever alleen nog als Nederland er beter van wordt.
Haar aria weergalmt vanaf het meer Een watershow, de dikke dame zingt Vanuit haar boot klinkt puur gekwinkeleer Een zuiver lied dat zielen binnendringt
In dit moment ontstaat een vredessfeer Gezang dat ieder mens tot zwijgen dwingt Haar aria weergalmt vanaf het meer Een watershow, de dikke dame zingt
Maar dan, ze gilt er volgt een ommekeer De boot wordt door een wespenzwerm omringd Het evenwicht is zoek, ze slaat, ze springt haar sloepje deint onrustig op en neer Haar aria weergalmt niet langer meer Een watershow, de dikke dame zinkt
Deze rondel prime won de tweede prijs in Afbakvers 68
Ik heb niet bijster veel met Felis Catus Met Misty Boris Luna of Minoes Ik twijfel aan hun onvolprezen status En ben daarbij vooral niet voor de poes
Een deel van mijn belangrijkste bezwaren Onuitgenodigd springt zij op je schoot Om daar al snorrend wat te gaan verharen En dan kruipen er nagels uit zo'n poot
Die door je broek het dijbeen binnendringen Waarop je plots wat schorre kreten slaakt En als je daarna Suzy los wil wringen Heeft zij zich onverstoorbaar vastgehaakt
Nu je probeert je minnares te lozen Kijkt het gezelschap om je heen vertederd toe Men weet van dit eenzijdig minnekozen Kent het verloop van deze wrede amour fou
Ik wijs op hinderlijk parmantig dwepen De staart omhoog verleidelijk koket Maar word je door aanminnigheid gegrepen Dan speelt zo'n slettebak weer hard to get
En in de vroege lente is het janken Ze slijpt bij nacht en ontij langs de straat Dan schieten alle katers van hun banken
Zonder dat sneetje tussen droom en tussen daad
Door heiligheid omgeven in Egypte Daarna ook veel mysterie toegedicht Leidt hier tot het gedrag van een geflipte
En die gewichtigheid van haar is vederlicht
Ton Peters laat zich door de mythe leiden Ziet ziel en zin in alles van de kat ‘t Is hier helaas dat onze wegen scheiden Temeer daar ik zijn werk op waarde schat
Een bundel vol bijzondere sonnetten Die uitstijgt boven elk gekissebis Maar zo'n romance kan je ook besmetten Zie Ton die zelf half kat geworden is
Bewijst u hem vandaag nog alle eer Dat kan na zijn transitie straks niet meer
De zon verschroeit het volgepakte strand. Laat mij maar even in het water blijven. Terwijl de meute langzaamaan verbrandt, blijf ik hier rustig in de Noordzee drijven.
Ik mijd de drukte en het hete zand, de kinderen, het gillen en het kijven. De zon verschroeit het volgepakte strand. Laat mij maar even in het water blijven.
Mijn uitzicht hier is namelijk briljant: ik word omringd door zongebruinde lijven die ik met liefde droog zou willen wrijven – maar dan komt in mijn zwembroek iets tot stand… Laat mij maar even in het water blijven.
De redactie feliciteert Christian met zijn overwinning in Afbakvers 68.
Al zie ik al die plaatjes En calorieënstaatjes En drink ik enkel spaatjes En eet geen chocolaatjes Of zoete hopjesvlaatjes En van huzarenslaatjes Alleen de paprikaatjes Van vega-loempiaatjes Uitsluitend nog de draadjes Van sesambrood de zaadjes Van vis alleen de graatjes Van gatenkaas de gaatjes Ik pas niet in de maatjes Van slanke-lijnfanaatjes Op fitnessapparaatjes In chique uitgaansstraatjes In herenmodeblaadjes