Na Lichte en bonte gedichten (Liverse,2015) is nuVers gekruidverschenen, de tweede lightversebundel van Inge Boulonois. Het feestelijke boek is verlucht met kleurige illustraties en bevat maar liefst honderd gedichten, de beste van de laatste vijf jaar.
De onderwerpen in Vers gekruidzijn aantrekkelijk divers: van wetenschap tot politiek, van muziek tot kunst, van liefde tot taal, van appetijt tot de natuur. De dichter beperkt zich niet tot traditionele versvormen als sonnet, kwatrijn, snelsonnet, ollekebolleke en sonnettine, ook trakteert zij de lezer op pictovers en stripgedicht.
De inhoud vormt een smakelijke, mild gekruide, zeer uitgebreide en toch licht verteerbare maaltijd. Inge Boulonois lardeerde de bundel rijkelijk met namen van poëtische coryfeeën als Patty Scholten, Kees Stip, Drs. P, John O-Mill, J.C. Bloem, Driek van Wissen en Annie M.G. Schmidt, door wie zij zich tot min of meer verholen lofdicht liet inspireren.
Tot a.s. zaterdag 1 augustus kan ingezonden worden voor het vierde Open Nederlands Kampioenschap Light Verse-dichten LICHTVOETIG, als ieder jaar georganiseerd door STEM (Stichting Taalpodium Emmen). De deadline verloopt vrijdag 31 juli om, op de microseconde af, 24 uur.
Een rode straalt van passie en ambitie Kies geel voor vrolijke vitaliteit Een blauwe toont juist je betrouwbaarheid Een grijze stropdas staat voor de traditie
Graag hoor ik hoe dat met zo’n mondkap zit Want wanneer draag je zwart en wanneer wit?
Een kangoeroe uit Willemstad sprong laatst een deel van 't Pieterpad. Ze hoopte naar Maastricht te gaan, maar kwam in Pieterburen aan. Ach ja, je wilt van noord naar zuid, maar de natuur holt achteruit.
De dichter schrijft ons dat hij doof is en o.a. afhankelijk is van Teletekst 888. Daar wordt heel wat verkeerd verstaan en dus verkeerd ondertiteld. En zo ontstaan z.g. ‘mondegreens’. Maar die kan je uiteraard ook zelf creëren. Hier de link naar het origineel.
Een Vogelaar te Bennebroek Had uit het grote Vogelboek Inmiddels alles wel gezien De Gots, de Kerp, de vale Grien De Barsijs, Koperwiek of Hop Hij keek er al niet meer van op Alleen de grote Karekiet Die vond hij al die jaren niet Er werd een traantje weggepinkt Nu hij hem toch heeft afgevinkt
De dames Groen gaan eens per jaar een avond potverteren.
De beurs wordt omgekeerd; het stenen varken wordt geslacht;
Ze kleden zich in degelijke avond-uitgaanskleren
En stappen heel gezellig door de maan beschenen nacht.
Ze komen na een korte poos in buurtcafé ‘de Linde’
- U kent het? Aan het einde van de lange Lindelaan -
Alwaar ze juist nog net een achteraffe tafel vinden
Zodat ze niet de hele avond aan de bar hoeven te staan.
Al bij het eerste wijntje komen blossen op de wangen.
Ze kwebb’len aan één stuk en hebben reuzegrote schik.
Het ene na het andere verhaal wordt opgehangen;
Na glaasje nummer drie wordt ook de spraak een beetje dik.
Wat glaasjes later komt het schaap Veronica ter sprake.
“Die meid kan drinken, zeg, me dunkt, ze is een lege ton”
“Ja nou, u hebt gelijk, dat kleine wijffie kan ‘m raken
Een gootsteen is er niets bij met zo’n grote spoelsifon”.
U snapt het al, op dàt moment.. wie komt daar vrolijk binnen:
Het schaap Veronica en daarna nog een schaap of vier.
Ze knikken naar de dames en dan kan het feest beginnen,
Een uurtje later roept de barman: “Help, we zitten zonder bier!”.
De dag daarna: de dames zien - hun hoofd doet wel wat pijn -
Een visioen van schapenbout, gestoofd in rode wijn.