Een weekend weg van al het stadsgewoel Genieten wij hier weer naar hartelust Van pingpong, poolbiljart en jeu-de-boules Van stoombad, sauna en massagestoel Ons landhuis is uitstekend uitgerust En dat is voor onszelf nu ook het doel
Ze spiegelen de droogte van de grond en lijken in dezelfde vorm gegoten zozeer zelfs dat je denkt dat na ’t ontbloten er tussen beiden geen verschil bestond
Misschien dat ooit de liefde hen verbond toch zijn het eerder lot- dan echtgenoten en houden ze geheimen opgesloten diep binnen hun tot streep getrokken mond
Ooit hadden deze twee elkaar zo lief dat lust hen tot de derde macht verhief alsof ze seks bedreven met hun achten
Nu is de lust een achterhaald idee
en ligt het paar voorgoed gedeeld door twee in eenzaamheid de ochtend af te wachten
Alleen voor buiten heeft hij een rollator Daarin is hij volkomen principieel Al steunt hij tegenwoordig best wel veel Op vensterbanken of een radiator
Hij is altijd een stille observator En blijft op afstand van het personeel Wel heeft hij laatst een borstel met een steel Besteld via de huiscoördinator
Want vragen of ze eens zijn rug wil wassen Aan zusters of een meisje uit de keuken Is waar je momenteel mee op moet passen
Maar denken doet hij wel aan al die leuke Verzorgsters, soms zelfs stiekem bij het plassen En elke nieuwe tijdgeest zal hem jeuken
wanneer je in een winkelstraat de vrouw die voor je loopt haar hoofd ziet draaien om wat etalages in te kijken wat zou jou dat dan zeggen, vroeg mijn maatje onverhoopt
ik zag dit beeld scherp voor me en ik liet wat tijd verstrijken waarschijnlijk om zichzelf te zien, gaf ik als commentaar de waarheid moest iets anders zijn zoals zijn blik liet blijken
het antwoord kon geen ‘mode’ zijn, dat was me zonneklaar de schoonheid die ik voor me zag, keek haast door alle ruiten van opticien tot beddenzaak tot rijwielhandelaar
‘ze kijkt of ze bekeken wordt door jou of je kornuiten’ hij wist dit van zijn nieuwe lief, ik vond het zeer frappant dus ging ik snel de stad in voor ‘die blik’ bij mooie kuiten
daar stond ik hoopvol smachtend, overtuigd van onze band ze zei:ik moet nog naar Jamin, maar liever hand in hand dat statten zit wel goed, wat dacht je van het strand? je achtervolgt me goed, ik haal voor jou een mand je volgt me als een hond, zeg haal je ook de krant? jij vuile viezerik en sloeg met vlakke hand
geïnspireerd door de gedichten op de Amersfoortse winkelruiten
Het duurt niet lang, dan ben ik met pensioen. Dan kan ik heel de wereld rond gaan reizen of jonge vluchtelingen onderwijzen of ervoor kiezen even niets te doen.
Voor mijn ultieme bundel heb ik tijd, met goud op snee en met een rug van linnen. Een prestigieuze prijs kan ik nog winnen. Zelfs de Nobelprijs is een moog'lijkheid.
Ik weet niet wat ik allemaal presteer, maar jonggestorven dichter lukt niet meer.
Gisteren was mijn laatste werkdag, vandaag stort ik mij op het redacteurschap
Het lukt niet op een managersmanier Zo’n lobbertang vraagt om een extra eis Verbeten, zonder al te veel gemier Een puzzel leggen, louter voor de sier Wie gaat er mee op anagrammenreis?
In een lobbertang zijn de slotwoorden van de regels 1 en 5 anagrammen van elkaar
De bardame zag ze en wenkte mij snel: 'Kijk daar nou die schatjes de bar binnen zweven' Ik draaide me om, ze had niet overdreven Een laagje thermiek op de vloer leek het wel
Hij zei: 'ik doe Rechten', zij zei: 'oh vertel!' Zo raakten hun werelden langzaam verweven Ze werden magneten, ze bleven maar kleven Wat keken ze gretig, wat straalden ze fel
Wij voelden de vonken, we volgden het spel Het stond op de deuren en ramen geschreven: Dit afspraakje duurt nog de rest van hun leven En iedereen wist het, behalve dat stel
Zij staarden slechts, stamelden, alles vergetend Een jongen, een meisje, zo heerlijk onwetend
Maarten van Petersen won de publieksprijs van de wedstrijd 'Dichterbij Emiclaer'.
Zijn gedicht zal de komende tijd nog te zien zijn bij The Blueberry, winkelcentrum Emiclaer, Amersfoort.
(Een mooie aanleiding om dit gedicht nogmaals op de voorpagina te plaatsen.)
In januari vroor het in mijn tenen. In februari deed mijn oogkas pijn. In maart verscheen er uitslag op mijn benen. April bleek voor mijn oor niet best te zijn. In mei begon mijn ellenboog te jeuken. In juni voelde ik mijn ruggengraat. In juli gleed ik uit in onze keuken. Augustus was een ramp voor mijn prostaat. September zorgde voor verzwakte darmen. Oktober deed mijn middenrif geen goed. November bracht een schram op beide armen. December was een maand vol pus en bloed.
Nu ben ik niet van nodeloze reuring, maar wachtte mij sinds lange tijd een keuring. De dokter zei meteen bij binnentreden: "Dat is zo al met al een jaar geleden."
Ik sprak mijn maatje Sjaak en die zei: 'Kijk, Nou krijgt die gast een vliegtuig van Qatar En jij van mij een pilsje in de bar Het is naar mijn idee een hoop gesjeik'
Er ging in het weekend iets akelig mis, ik weet het, ik had geen Van Gogh moeten gappen, een schot in mijn oor, maar ik wist te ontsnappen, nu houd ik me schuil in een loods in Pernis.
Mijn lel is aan flarden, mijn lot ongewis, ik heb van justitie een celstraf te vrezen, ik houd me gedeisd, want ik weet dat genezen aanmerkelijk beter dan voorkomen is.