Als kind is mij veel aangedaan
Ik werd gedwongen school te gaan
En moest ook gort naar binnen slaan
En levertraan! En levertraan!
Mijn jeugd was ik volledig kwijt
Aan inktlap, schrift en schoolbordkrijt
Toen volgde nog meer narigheid;
De puberteit! De puberteit!
En ook mijn diensttijd bleek een straf
Een hoop gebrul en gepiefpaf
Goddank kreeg ik geen heldengraf
Ik zwaaide af! Ik zwaaide af!
Ik werkte jaren stoer en stug
Als sjouwer bij het veem De Brug
Maar één keer bukte ik te vlug
O wee, mijn rug! O wee, mijn rug!
Nu zit ik in mijn scootmobiel
Dat heeft een lek in een ventiel
Mijn levensschets en mijn profiel
Snijdt door de ziel! Snijdt door de ziel!
De monotetra is ontwikkeld door Michael Walker.
Elke strofe (het aantal is onbeperkt) is vierregelig met rijmschema aaaa bbbb, enz.
Het metrum is vierjambig, in de laatste regel treedt een tweevoetige herhaling op die een versterkend weemoedig effect kunnen hebben (Ach, nimmermeer, ach, nimmermeer) of als ander versterkend middel kunnen dienen.
Uit de Oude Doos en toch actueel.
Een bundeltje uit het geboortejaar van Drs. P, 1919 met strijdliederen voor een pensioen voor iedereen op bekende wijsjes. Na de laatste regeringsmaatregelen kunnen we weer uit hartelust meezingen:
Het lichte vers mag dan weinig vrouwelijke beoefenaars kennen, het lichte lied heeft een heule goeie: Katinka Polderman. Het volgende filmpje werd uitgezonden op maandag 30 mei en is nu gelukkig ook via uitzendiggemist te bekijken:
Ach, de goeie oude tijd toen je, als je werkloos was, altijd nog met poëzie de kost kon verdienen.
Kom daar nu nog maar eens om.
Lekker toetje
Suiker, boter en noten
Even bruin braden
Een goede rum toevoegen
Gebakken banaan
Gebakje erop
Smullen maar!
Mjam!
Vooruit: nog een:
Prima schelpdieren
Niet te zoute sojasaus
Gemalen peper
Zoete saus met schelpdieren
Olie, specerij
Verrukkelijk zacht
Echt heerlijk!
Wow!
Joseph Spence sr. raakte op zijn reizen geïnspireerd door de exotische gerechten die hij tegenkwam en bedacht deze versvorm, die gerust de merkwaardigste genoemd kan worden die we op onze reis tegenkomen.
De epulaeryu gaat over eten. En alleen maar over eten.
Het bestaat uit 7 regels die respectievelijk 7/5/7/5/5/3/1 lettergrepen moeten bevatten.
Iedere regel staat apart en heeft het hoofdgerecht als onderwerp. De slotregels drukken de opwinding van de schrijver uit over het gerecht en het geheel eindigt dan ook met een uitroepteken.
Die rum toevoegen lijkt een goed idee, maar wat deze versvorm toevoegt blijft een raadsel.
O ja; het mag rijmen.
Dank je wel Joseph.
Jasperina de Jong beklaagt zich over de mishandeling van onze schone Nederlandse taal.
Tekst: Ivo de Wijs, muziek: Pieter Nieuwint
Verlos haar,
verlos uw ziel.
Zij is mijn ziel verwant
en gij zijt mijn ziels geliefde.
Geen woning kon mijn hart beschutten,
zoals gij hebt gedaan.
Ware ik dat huis,
gij zoudt mij bedekken met dauw.
Gij zijt de kalme bries,
gij verkwikt mijn ziel.
En onze Baath bloeit,
als een groenende tak.
Het medicijn geneest de kwaal niet,
maar de witte roos.
De vijand spande haar valstrikken
en drong aan,
al trof hén de blaam.
Hun plannen zijn vol hovaardij
en leegte.
Zij zullen slechts nederlaag kennen.
Wij vergruizelen hen,
zoals de roest het staal verslindt.
Zoals een zondaar
verteert wordt door zijn zonden.
Wij voelden geen zwakte,
onze deugden sterkten ons.
Onze eer bleef staande,
de metgezel van onze geest.
De vijand dwong vreemdelingen in onze zeeën,
maar hij die hen dient wordt gebracht tot wenen.
Wij ontbloten onze borst voor de wolven
en zullen niet sidderen voor het ongedierte:
de zwaarste beproeving treden wij tegemoet.
Wij slaan hen met Gods hulp terug,
hoe zullen zij de druk weerstaan?
Nooit hebben wij het volk verzaakt,
het in tegenspoed geleid.
Ik offer mijn ziel voor u en ons land:
bloed is goedkoop in benarde tijden.
Wij zullen nimmer knielen,
noch buigen bij de aanval.
Maar zelfs onze vijanden
betonen wij eer.
(vertaling Jaap van den Born)
Vorige week imam Khomeini op onze buitenlanddag; deze week blijven we in het Midden Oosten met een mooie psalm van Saddam Hussein, geschreven in de dodencel.
De maatschappij wil steeds dat je iets doét
De wekker roept het reeds dat je weer moet:
Sta op! Sta op! Je wordt verwacht!
Voor rusten is alleen de nacht!
En zo gaat dat je hele leven lang
Sta op tegen die slaafse martelgang!
Het klinkt misschien wel cru wat ik hier zeg
Maar handel vanaf nu met overleg:
‘Waarom? Waarom?’ Stel steeds die vraag!
Begin daarmee, begin vandaag!
Voer vanaf nu een innerlijke strijd:
Waarom verdoe ik hiermee al mijn tijd?
Dat is een plicht die te vermoeiend lijkt?
Zodat u schichtig nu mijn blik ontwijkt?
Val dood! Val dood! Geboren knecht!
Die nooit eens luistert, nooit wat zegt
En braaf doet wat als kind is aangeleerd
Val dood: een staat waarin u al verkeert!
Weer een bedenksel van Jan Turner, met iets meer body dan de vorige.
De staccato bestaat uit twee of meer zesregelige strofen met het rijmschema aabbcc in mannelijk rijm en een binnenrijm.
De eerste en laatste twee regels zijn vijfjambig, de middelste twee vierjambig.
De vierde lettergreep in de eerste en tweede regel rijmen.
De eerste twee jamben in regel 3 bestaan uit een herhaalde oproep, een motto, verzuchting o.i.d. (Te gek! Te gek! Wat nu? Wat nu? Vooruit! Vooruit! Kijk uit! Kijk uit! Geef gas! Geef gas!)
Deze wordt één keer herhaald aan het begin van regel 6.
De bedoeling van de staccato is korte herhalingen abrupt af te breken en is bedoeld voor sterke emoties, legerinstructies, benadrukte menselijke emoties (Dat haar! dat haar!), afijn, zaken waar een sterk e, staccato herhaling gewenst is.
In regel 3 zijn de uitroeptekens verplicht in regel 6 vrij.
Het binnenrijm in regel 1 en 2 mag verplaatst worden als het metrum dat vereist.
Wachttijd
Ik klop de maden van mijn borst
Na jarenlang van stinkend rotten
Zit er weer leven in mijn botten
Dat dank ik aan de Vredevorst
Waar die nu weer aan is begonnen?
Hij heeft iets heel bizars verzonnen:
Hij heeft voor mij het kruis getorst
Dus lig ik hier tussen de graven
Straks moet ik voor een stunt opdraven
Maar dat is mij zo langzaam worst
Ik lig hier in mijn graf te rillen
Voel mij tot op het bot verkillen
Ik sterf hier langzaam van de dorst
Waarom moet ik twee lange nachten
Hier kleumend op Zijn opstaan wachten?
Matth. 27:50-54: 'Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus' opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen.'
Vrolijk Pasen!
De Constanza is bedacht door Connie Marcum Wong en bestaat uit vijf of meer drieregelige, vierjambige strofen.
De eerste regels van alle strofen zijn als een zelfstandig gedicht, in monorijm te lezen, waarbij de overige regels voor de broodnodige verdieping zorgen.
Zeer geschikt voor een serieuze aanpak en om iets moois tot stand te brengen.
Het rijmschema is abb/acc/add/aee/aff enz.
De druppels dauw ginds op het mos
Zijn tranen van een sterveling
Die zich terugtrok in het bos
En zich toen aan een tak verhing
Ik zie een droeve sterveling
Wanneer ik dauw zie op het mos
De blaadjes van de madelief
Gevallen en welhaast vergaan
Zijn snippers van een afscheidsbrief
Na een verscheurd, verspild bestaan
Als snippers van een afscheidsbrief
Zijn madeliefjes die vergaan
Een eikel valt, bereikt de grond
Waar hij tot bruin en zwart verkleurt
Zo maakt hij weer een cirkel rond
Iets wat straks niet met mij gebeurt
Ik, eikel, eindig zwart verkleurd
Straks in de harde koude grond
Wie in het stille woud beziet
Wat daar zoal aan schoonheid prijkt
Is iemand die vast ook geniet
Als hij een open graf bekijkt
Natuur is mooi zoals je ziet
Het is maar hoe je het bekijkt
Dit is weer een uitvindsel van Jan Turner, een naam die we vaker tegen zullen komen.
Het bestaat uit vier strofen van zes regels. De eerste vier regels van elke strofe bevatten een bewering die in de laatste twee regels wordt samengevat en de wijze waarop het geformuleerd is omkeren.
Het heeft een vast metrum, vierjambig, en het rijmschema (mannelijk rijm) is:
regel 1-4 abab
regel 5 en 6 mogen ab of ba zijn en bestaan uit gebruikte woorden in de eerste vier regels.
Het roept gemengde gevoelens bij me op. Aanvankelijk dacht ik dat hier wel iets aardigs mee te doen was, maar dat rijk rijm, ook nog willekeurig uit de voorgaande regels te plukken, geven het wat rommeligs. Ook zie ik eigenlijk het nut niet om de voorgaande regels op die wijze te herhalen, omdat je door die rijmwoorden gedwongen wordt tot soortgelijke formuleringen, en wat zou het dat het dan omgekeerd is? Zo rond het derde couplet trad dan ook balorigheid in. Misschien weet iemand anders er wat leuks van te maken.