Psalm 74, vers 14 (Statenvertaling)
Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd;
Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen.
‘O God’, dacht Hij, ‘ogottegot, waar Ik nóu toch mee vocht?
Een slang, een draak, een wallevis? Wat was dat voor gedrocht?
Dat beest was zelfs nog méér dan Ik: een zeven-enigheid!
Maar zijn karkas daar zit Ik mee; hoe raak Ik dat weer kwijt?’
Hoewel het zeker dood was zat er toch nog leven in
Als maden, pieren, kevers: ieder eind is een begin
Maar ondanks al dat leven, ieder met een levensvonk
Lag het al snel te rotten en het riekte en het stonk
Omdat het beest reusachtig was zat Hij er reuze mee
Maar volgens de psalmist kreeg Hij toen toch een goed idee
Hij voerde het Zijn uitverkoren volk op aan de dis
Het is maar goed dat niemand nu nog weet wat 'manna' is
Maar goed; de vraag 'Wie schiep dat beest, dat daar zo plotsklaps zwom?'
Die blijft, dus God kijkt op Zijn troon vaak schichtig achterom
Mi lanct na di, en naar je ledematen,
sinds jij, Marie, mijn sponde hebt verlaten
en hokt met Hans. Een groter stuk verdriet
bestaat er, schat, van hier tot Peking niet.
Ik denk de lietzjemo maar door te zagen
nu jij waarschijnlijk nooit meer op komt dagen.
De tafel ook maar; onze tweezitsbank
en, netjes middendoor, de boekenplank.
Nu jij de mooie benen hebt genomen
hoeft nauwelijks de badkraan meer te stromen:
ik was van dag tot dag me schoon van vuil
met alle tranen die ik om je huil
Klein mastodontenleed
Brief die om aandacht schreeuwt
PvdA aan de schandpaal
Van Pronk
Alom gefluister dat
Allervermoedelijkst
Jantje Principe
Weer veel te veel dronk
We wilden voor de lol een weekje weg
Naar Grollo: in een tentje bij de boer
Een blatend schaap, de kippen aan de leg
De duiventil koert liefelijk gekoer
Wat gras, een koe en geen geouwehoer
Je komt er voor je rust werd ons verteld
Je doet geen oog dicht in zo’n stoppelveld
En alles kost er klauwen vol met geld
Een Drentse deerne werpt het varkensvoer
met muizenkeutels in de ‘plat du jour’
Een wespennest zoemt dreigend in de heg
Men wordt gestoken en er komt rumoer
Als kids verdwalen tussen heg en steg
Dan liever in Parijs met motorpech
Lees ook de herhaalde oproep op het Forum onder deze titel
Niet alleen Jean Pierre Rawie, maar ook Ted van Lieshout blijkt opgenomen in het nieuwe Liedboek voor de kerken, weet TZUM te melden. Daar vind je ook een reactie van van Lieshout over wijzigingen in zijn tekst. Gezien de reacties vragen we ons af of van tevoren wel toestemming is gevraagd aan de dichters.
Nog afgezien van de dubieuze bijbedoelingen. Het gedicht van Rawie gaat over een verloren geliefde, maar in het liedboek kun je daar makkelijk Jezus voor lezen. En de 'wijziging' in het gedicht van Van Lieshout geeft het ook opeens een religieuze betekenis. Het christendom is weliswaar gebaseerd op het jatten van ideeën uit andere godsdiensten, maar we dachten dat ze nu onderhand, na tweeduizend jaar, wel begrepen hadden dat je daar niet eindeloos mee door kunt gaan. Lees hier meer.
Het nieuwe Liedboek voor de kerken houdt de gemoederen bezig. Eerst was er het hilarische nieuws dat een lied van Huub Oosterhuis was geschrapt omdat slachtoffers van seksueel geweld de regel 'De Heer gaat in mij en uit mij' maar moeilijk uit de strot kregen en nu is er het - door hemzelf in de wereld gebracht - gerucht dat een tekst van Jean Pierre Rawie is opgenomen. Het zou gaan om 'Ritueel'. We zijn reuzebenieuwd hoe dit klinkt en welke melodie gebruikt is. Welke gemeente gaat dit in de zondagsdienst ten gehore brengen en wil die dat aan ons laten weten? Uiteraard de middagdienst.
[youtube]Oc3kpT3fThg[/youtube]
Vandaag zou het gebeuren. In de stadsschouwburg van Groningen. De grote hommage aan Driek van Wissen.
Maar het ging niet door. Geen geld. Martijn Middel van de Groningse stadsomroep OOG sprak met een van de initiatiefnemers Fré de Vries en dichter Ko de Laat: hier hun commentaar.
Ja hoor, daar zijn ze dan
Integriteitsregels
Prompt duikt een nieuw probleem op
Voor die club:
Zijn zulke regels geen
Identiteitsfraude?
Is hier geen sprake van
Regen en drup?
Een slecht gestemde Hagenaar
Werd tot vertrekken aangespoord
Hij sloeg daarop met zijn gitaar
Een protesterend slotakkoord
(Tijdens en na een uit de hand gelopen feestje in Den Haag zijn twee mensen gewond geraakt en vier mensen aangehouden. Een 38-jarige man mishandelde een agent met een gitaar. Een 26-jarige man uit Dordrecht bekogelde agenten met stenen. )
(kunstwerk Chris Cole)
Toen God eens op een dag Zijn Schepping kritisch overzag
Zag Hij een vogel en Hij raakte vreselijk van slag
'Geweldig!' riep Hij, 'prachtig; zie dat fraaie coloriet!
Maar dat Ik die gemaakt heb dat herinner Ik Mij niet!'
Niels Blomberg, ja hij was het, schiep de zestienkleppengier
Zo makkelijk berijmelijk en één veelzijdig dier
Zo sprak hij laatst ‘zeg beste lui ik weet niet wat ik heb
Maar naar het zich laat aanzien is het vast een lekke klep’
Het euvel werd verholpen door de Leidse sleutelaar
Die kijkt goed uit zijn doppen en hij houdt zijn sleutels klaar
( Familie van de ooievaar, die op het Haagse schild
Maar dat is vrijwel onbekend, je ziet hem nooit in ‘t wild)
Die zestienklepper, mensenlief , die is toch wel apart
Die lacht niet, nee, hij giert gewoon en altijd oerend hard
Vertel je hem, of haar, wat maakt het uit, een goede mop
Dan houdt zijn gierende gelach het eerste uur niet op
En als ie dan uiteindelijk toch uitgelachen is
Dan is het, zult u merken, onderhand Sint Juttemis
Dus al met al die gier is een bijzonder vrolijk beest
De klepper is een aanwinst op je zeg maar wat voor feest
Ontmoet u ooit een zestienkleppengier mevrouw, mijnheer
Wel vraag hem op uw feest want hij verzorgt altijd de sfeer
God dacht na deze schepping:'Wat ging hiér nou toch weer mis?'
Het leek zo'n goed idee te zijn; een echte hengelvis
De hengelvis - het vrouwtje- , is een gruwlijk lelijk dier
Maar in het donker waar ze zwemt is het belang summier
Ze heeft een grote brede bek, die reikt van vin tot vin
Ze zuigt zo grote prooien met een slok haar keelgat in
Haar echtgenoot is in haar lijf compleet geïntregeerd
Bevruchting is op die manier bereids gegarandeerd
Zo leven zij versmolten en voor eeuwig met zijn twee
Onzichtbaar haast voor iedereen in’t donkerst van de zee
Goddank zijn er geen spiegels want de schoonste van het land
Zijn zij zeer zeker niet want tja een zee bevat geen zand
Ik kocht laatst bij de visboer nog zo’n versgevangen ding
Mijn vrouw begreep de hint en siste zwak: ‘Ellendeling!’
Bas Boekelo en Kees Koelewijn brachten dit tot stand en de redactie zit met hetzelfde probleem als eerder: onder wiens naam rubriceren we dit? Met collectieven houdt de site geen rekening.