Ik concentreer me op mijn ademhaling,
maar hoor het suizen van "the plane".
Je vangt hierboven veel meer straling,
maar aan dat feit heb ik nu maling;
da’s niet zo erg in ’t algemeen.
We vliegen over alles heen;
dat blijft nog zo tot na de daling.
Ik hoop nu enkel en alleen
dat wij niet vallen als een steen;
dan blijkt zo’n vliegreis toch een dwaling.
Straks sta ik met mijn beide benen
op verre buitenlandse grond.
De angst voor vliegen is verdwenen.
Ik zeg dat ik het spannend vond.
Geschreven op 30.000 voet boven de Atlantische Oceaan
[youtube]7fvOWIEt_Vg[/youtube]
Wat? Drieënnegentig?
Wel een aubade waard!
Dus wordt het feestrepertoire
Luid gebruld
(Uiteraard zonder het
Langzaldielevenlied:
Die wens is dunkt ons
Al ruimschoots vervuld)
Kerkelijk eerbetoon!
(Heilig getal nietwaar?)
Zingen wij allen
Een feestelijk lied!
Leve Chrétien en zijn
Contrabassistenclub!
(^%$# @$#! De klemtoon
Die klopt weer eens niet)
het licht waarmee we onze dagen meten
komt onverschillig ’s ochtends aangespoeld
waar wulpse akkers liggen blootgewoeld
hun voren door de ploeg vaneengereten
wat kan de zon het schelen wat men voelt
of jij het lekker warm hebt of moet zweten
ze schijnt op dichters en analfabeten
geen straal waarmee iets naders wordt bedoeld
de gordel waar zij op woestijnen brandt
wordt door de aarde naar haar opgeheven
ook daaruit blijkt niets van gezond verstand
men spreekt zowaar over de bron van leven
al blakert zij de huid tot zwartkrokant
aanbiddend wordt wel vaker overdreven
Aan de Vecht, onder een boom
droomt een dichteres haar droom
Ieder die daar langs komt varen
ziet die dichteres daar staren
Ieder die daar langs komt fietsen
ziet die dichteres daar nietsen
Ieder die daar langs komt kuieren
ziet die dichteres daar luieren
Menigeen denkt bij zijn eigen:
‘Zou haar jurk geen vlekken krijgen?
Zonde van haar goeie goed!’
Ach, geen recreant vermoedt
dat een dichteressenziel
die zich ophoudt onder beuken
vrij van zorg is om textiel
dat licht vlekken kan of kreuken
dat een dichteressenhart
dat zich neervlijt aan rivieren
roekeloos het noodlot tart
dat haar kleding kan verstieren
dat een dichteressengeest
die passanten wil behagen
wel zo snugger is geweest
niet haar nieuwste jurk te dragen
dat een dichteres in ’t wit
rekent op haar wasmachine
als zij aan het water zit
tussen riet en balsemienen
dat men vlekken ook kan bleken
of in Biotex kan weken...
Zo droomt, rond een uur of zes
aan de Vecht een dichteres
Het is treurig, maar het enige literaire platform voor light verse, KortVerhaal, de opvolger van De Tweede Ronde, zal noodgedwongen de lier in de wilgen hangen en na tweeëndertig jaar moeten stoppen.
Het literaire weblog Tzum meldde het gisteren en de site van NRC bevestigt het en citeert de reactie van redacteur L.H. Wiener op Tzum: "KortVerhaal gaat eervol ten onder, maar niet als de Titanic, want aan die trieste ondergang lag een stuurfout ten grondslag en wij lagen mooi op koers. Het is als de dood van Icarus, zoals verbeeld door Breughel, en verwoord door W.H. Auden in zijn gedicht 'Musée des beaux arts': als je niet kijkt dan zie je het niet eens en hoor je geeneens geen plons. Sponsoren willen zelf beter worden van hun steun en daarom zijn we er niet in geslaagd een sponsor te vinden."
Nrc vindt het einde opvallend omdat redacteur Peter Verstegen in januari in een interview verklaarde gecharmeerd te zijn van het initiatief van De Gids dat werd overgenomen door De Groene Amsterdammer: „Dat lijkt mij een interessante optie”, antwoordde Verstegen op de vraag of een dergelijke fusie voor Kort Verhaal tot de mogelijkheden behoort. ,,Wij gaan zeker contact leggen met Vrij Nederland of HP/De Tijd.”
KortVerhaal, dat wordt uitgegeven door Mouria, is een van de twaalf literaire tijdschriften in Nederland die worden gesubsidieerd door het Nederlands Letterenfonds. Maar ook voor KortVerhaal stopt die rijkssubsidie in 2013.
Er moet minstens 30.000 euro gevonden worden om te kunnen overleven. „Met fondsen lukt dat niet”, aldus Verstegen toen. Er zullen dus, zoals het er nu naar uitziet, nog twee nummers van het tijdschrift verschijnen. Een herfst- en een winternummer. En alleen in het Winternummer, voor de aller-aller-allerlaatste keer light verse. Het thema is 'Afscheid'.
Dit is toch om uit je vel te springen!
Dat wij, sukkels van Het Vrije Vers, al dat werk voor niks doen, wil toch niet zeggen dat getalenteerde beroeps geen salaris mogen krijgen voor hun werk en nog een schamel salaris ook, gezien de uren die besteed worden om KortVerhaal te produceren en de uren die besteed worden door de auteurs aan hun werk.
De gedachte dat nu, op dit moment van de eeuwigheid, een stinkendrijke liefhebber van light verse, voor wie die 30.000 euro een lachertje is, dit allemaal gratis zit te lezen en niet meteen zijn chequeboek trekt en contact opneemt met KortVerhaal, niet om dat bedrag te schenken, nee; om dat driedubbel te schenken voor de komende drie jaar, vervult me met razernij.
Waar wacht je nog op, idioot! Morgen komt die uitslag van dat bloedonderzoek en blijk je niets meer aan dat geld te hebben, of je loopt met je stomme kop onder een bus en dan slaan je erven aan het fuiven en vist KortVerhaal er weer totaal nodeloos naast. Niks 'Misschien morgen': nu!
Bart Droog vist oude dichters op, sorteert ze en zet ze in de Nederlandse Poëzie Encyclopedie, een gigantische klus, waar hij voorlopig nog wel even zoet mee is.
Het resultaat tot nu toe is het bekijken en een bezoekje meer dan waard.
Hij doet hierbij leuke bijvangsten, zoals de tot nu toe obscure lightversedichter Jan van de Wolk, auteur van de bundel Zettericks van alle seizoenen, verschenen in 1962 en nu aan de vergetelheid ontrukt waar het, niet onverdiend, vertoefde.
De bundel bevat enkel limericks van een niveau dat door Frits Spits zeker gewaardeerd zal worden en is het enige frivole werk van deze dichter, die verder een oeuvre op zijn naam heeft staan dat vormvast en ernstig gemeend genoemd mag worden.
Die naam luidt dan George Kettmann jr. (1898-1970) want Jan van de Wolk is een pseudoniem, en die was, behalve de uitgever van de Nederlandse vertaling van Mein Kampf, redacteur van het NSB-orgaan Volk en Vaderland, tot hij ruzie kreeg met Mussert en daarna van het oostfront verslag mocht uitbrengen. Beginselvast was hij wel, want hij bleef zijn leven lang de nationaal-socialistische leer trouw, al nam hij wel afstand van de Holocaust.
Zowel zijn serieuze als zijn lichtere werk wordt met ‘curieus’ vriendelijk omschreven.
De erven hebben toestemming gegeven een bloemlezing uit Zettericks op internet te zetten, daar kun je hier kennis van nemen. Kun je meteen rondneuzen op de Encyclopedie, zoals gezegd de moeite meer dan waard. Wie de smaak te pakken krijgt kan hier meer lezen over George.
Het boekje Zettericks ontbreekt in ons archief, maar we hebben natuurlijk wel alle jaargangen van Volk en Vaderland, zodat we hier een voorbeeld van het serieuze werk van George Kettmann jr, (die zich hier trouwens Kettman noemt) kunnen tonen uit de Volk en Vaderland van vrijdag 9 april 1937:
Wat een sensatie zeg
Kijk eens; daar gaat er een!
Staat je mobiel
En de camera aan?
Is het niet heerlijk zo’n
Vallendesterrennacht?
Toch nog een lichtpuntje
In ons bestaan
Een paar weken geleden riep Arnon Grunberg in zijn column in de Volkskrant de lezers op het gedicht 'Rika' van Piet Paaltjens uit het hoofd te leren. Gisteren kondigde hij aan dat op 23 augustus in Amsterdam een feestelijke bijeenkomst gehouden zal worden voor degenen die dit daadwerkelijk tot stand gebracht hebben, en waar ieder die het foutloos opzegt op zijn kosten een glas wijn krijgt. Je kunt je opgeven door een mail te sturen naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Natuurlijk hebben wij in ons archief een eerste druk van Snikken en grimlachjes, zodat wij een facsimile van dat gedicht kunnen plaatsen om iedereen een kans te geven.
Zo lang is het niet, het is het Wilhelmus niet dat niemand meer kent (bij de quiz De slimste mens zat van de week een politicus die trots vertelde het tweede couplet óók te kennen en daarna bijna goed het zésde couplet declameerde - ooit verplichte kost op christelijke scholen met het eerste- zonder dat iemand van de aanwezigen dit in de gaten had, inclusief de jury, bestaande uit Maarten van Rossem) .
Drs. P schreef ooit een antwoord op dit gedicht van Rika, misschien een idee om ook eens te proberen(of van de conducteur of machinist)
.
Hoogblonde paardenstaart!
Bitch met een hockeystick
Hollandse heerlijkheid
En dan die kont!
Eén ding is echter wel
Onappetijtelijk
Ook als ze zoent
Zit dat bit in haar mond
De dagen werden tergend langzaam maanden,
de maanden regen zich aaneen tot jaar;
ik loop weer langs het stille pad langswaar
wij beiden samen ooit getweeën gaande,
onszelf veroordeeld hadden tot elkaar
en ons een korte wijle tweezaam waanden,
elkanders allerdichtste nabestaanden;
maar ook ons liefdesbed verwerd tot baar.
Wat valt voor troost aan leven te ontlenen
wanneer elk herfstblad wegdrijft in de goot,
wat komt reeds bij de aanvang is verdwenen
en het verlangen naar de liefde metterdood
steeds door één waarheid wordt beschenen;
de eerste kus waarmee je mij verstoot?
Vandaag is het de sterfdag van de dichter J.C. Bloem, dus een mooi gedicht in zijn stijl leek me wel gepast, al zal de oplettende lezer zien dat het een bout-rimé is met rijmwoorden uit een sonnet van Jean Pierre Rawie.