De Laarder courant De Bel heeft altijd wel wat lezenswaardigs:
EEMNES - Tijdens het festival Heen en Weer bij de veerpont Eemnes-Eemdijk wordt zaterdag 23 juni tussen 18.30 en 21.30 uur Drs. P. geëerd.
De bekende kleinkunstenaar en tekstdichter Hans Dorrestijn onthult het lied De Veerpont op de plek die het verdient: bij de veerpont tussen Eemnes en Eemdijk.
Heen en Weer begint om 18.30 uur met een feestelijke fietstocht naar de veerpont, vanaf de kruising Volkertsweg/Meentweg in Eemnes. Een gezelschap toneelspelers van de toneelvereniging Deo et Arti gaat op zoek naar het lied. Zij gaan daar heen samen met dorpsdichter Gerard Beentjes en de muzikanten Jasper Bon en Gerda Bramer. Het Popkoor Dijksound begeleidt de bezoekers van het festival onderweg naar het potnje. Aan kant van Eemdijk, voor Eemnessers de overkant, zorgt het koor De Eemzangers voor een muzikale ontvangst van kunstenaars en toeschouwers.
De organisatie verzoekt de bezoekers aan het Festival Heen en Weer op de fiets te komen en fietsend aan te sluiten bij de optocht. Het treintje Cornelia rijdt voor wandelaars heen en weer vanaf het Evenemententerrein op de Wakkerendijk in Eemnes naar de pont. Vooraf aan de onthulling treden het Markus Blaaskwintet en de dichters Jos Schellart, Margriet van Lieshout (beiden uit Eemdijk) en Gerard Beentjes en Tseard Veenstra (Eemnes) op.
De Eemzangers en Popkoor Dijksound zullen de avond feestelijk gaan afronden.
Ook na zaterdag 23 juni kan bij de veerpont rustig genoten worden van het lied van Drs. P en van De Eem aan een splinternieuwe picknicktafel.
Een Oranjesupporter
Ik heb dus ook vannacht weer niet geslapen
Die hele wedstrijd bonkte door mijn hoofd
We hadden toch een kans of vier geschapen
En eventjes had ik erin geloofd
Ik heb een poos de moed erin gehouden
(Er zijn wel twintig biertjes doorgegaan)
Maar nu is alles verder bij het oude
De fan kan gaan, hij heeft zijn plicht gedaan
Ik haal de vaantjes morgen uit de bomen
Nu hang ik futloos nog een dagje rond
Dan zal ik gaan zoals ik ben gekomen
Maar met een wrange nasmaak in mijn mond
Een bout rimé naar Kringloop van Jean Pierre Rawie
De Rationalisten
Benedict de Spinoza 1632 – 1677
Maar één substantie – God of de natuur –
Kent zeer veel attributen, waar de mens
Slechts uitbreiding en denken kan bestrijken
Natuur of God is Oorzaak zonder grens
Begrip zal altijd naar de einder wijken
En uit het oogpunt van de Eeuwigheid
Bestaan geen kwaad of zondige praktijken
Wij weten niets van Gods totaliteit
En missen inzicht: God blijft steeds obscuur‘
Obscuur?’ sprak God, ‘Ik snap niks van Spinoza:
Wat schrijft die man verduiveld moeilijk proza!’
Schreef de Ethica ordine geometrica demonstrata (ethiek gedemonstreerd in geometrische orde) wat algemeen als een moeilijk boek beschouwd wordt.
Er is slechts één substantie met een oneindig aantal attributen dat we God of de natuur kunnen noemen. De eindige mens kent er maar twee: uitbreiding en denken. Lichaam en geest zijn niet meer dan twee manieren om de werkelijkheid te bekijken. In deze werkelijkheid (oneindig, zijn eigen oorzaak en volmaakt) is geen ruimte voor onafhankelijke causale handelingen van de mens die hier slechts onderdeel van uitmaakt: de mens is zich bewust van zijn handelingen maar niet bewust van de oorzaken. Het enige individuele is het universum als geheel. Het zich hiervan bewust worden is een bevrijding van onwetendheid over de eigen ware aard. Sub specie aeternitis (in het licht van de eeuwigheid) bestaat geen kwaad. Wat kwaad lijkt, lijkt dat daar we inzicht missen om het geheel te zien: dat alles een noodzakelijk deel uitmaakt van de goddelijke werkelijkheid.
Uit: Dat peinst en piekert maar
[youtube]yjifpkZTeG4[/youtube]
Gisteren beloofden we een cadeautje om de Poe-week af te sluiten en dat cadeautje bestaat uit een uniek gratis e-book met parodieën op ‘The Raven’ vanaf vlak na de eerste publicatie tot nu.
Zelfs in de Verenigde Staten bestaat een dergelijk staaltje zinloze verzamelwoede niet, dus verlekker je maar en neem er een voorbeeld aan; laat je aansteken en schrijf die vellen vol.
Hier een voorzetje (maar niet zo lang, want er zijn grenzen aan mijn werklust):
De Kwal
(Met dank aan Edgar Allan Poe)
Op een luie zomeravond, mij aan Roeshoofd hemelt lavend
(Dat rijmt ook niet zo hoogdravend) zat ik loom, relaxed, terneer.
Toen klonk plots een driftig kloppen, dat in plaats van snel te stoppen
Dóórging en mijn hart deed kloppen. Wie ging daar zo wild tekeer?
Welke gek ging daar zo kloppend als een idioot tekeer?
Deed mijn bel het soms niet meer?
Kwaad wierp ik de voordeur open, brullend: “Is het afgelopen?!
Stilte! Is dat goed gesnopen? Anders pak ik mijn geweer!”
Een Getuige van Jehovah, met de smile van Casanova
Stapte binnen: ‘Straks komt Nova met goed nieuws: Brengt God de eer!
Straks brengt Nova voor ons allen dit bericht: Brengt God de eer,
Want de Heer keert spoedig weer!”‘
Pak u weg!” riep ik verbijsterd, maar hij zat als vastgepleisterd
In mijn leunstoel en geteisterd gaf ik hem toen sneer op sneer:“
Zuip je liever in de lorem, want jouw soort bestaat uit schorem
In seculae saeculorum wacht jou dan vast pek en teer;
Brandend pek en brandend zwavel en vast ook nog brandend teer!”
Maar hij riep slechts: “Prijs de Heer!”
"Laat de Heer hier nou maar buiten en trek schielijk aan je kuiten!
Moet ik mij soms lomp gaan uiten? Jouw sinds lang vergane leer
Laakbaar liefdeloos en lodig, is al eeuwen overbodig,
Niemand heeft jouw Boodschap nodig; weg nu, of ik doe je zeer!
Echt, ik heb geen boodschap aan je; je kunt gaan, het spijt me zeer”
Maar hij riep slechts: “Prijs de Heer!”
Met dat slag valt niet te strijden en tot aan het Eind der Tijden
Zijn zij nergens te vermijden in ‘t maatschappelijk verkeer.
Dat zij grondig, zwaar verpesten, met hun bijgeloofsattesten
Zodat mij niets anders restte – afgezien van pijl of speer -
Dan er als een pijl vandoor gaan of vandoor gaan als een speer--
Achter mij klonk: “Prijs de Heer!”
Liever dan dat te verduren draai ik nu maar overuren
En mijn chef, de heer Van Vuren, prijst de arbeidsatmosfeer
Zodat ik nu vulsels vullend (en er af en toe van smullend)
Met paars pakpapier omhullend, chocolade produceer
En plak prijsjes op de plakken die ik vlijtig produceer;
Ja, ik prijs met vlijt De Heer*
*sinds 1896
[youtube]LlgQQgDhH7U[/youtube]
Iemand die het leuk vindt zo’n boek samen te stellen is een man naar mijn hart, al zal hij het meeste wel gejat hebben uit Engelse standaardwerken.
Die liefde voor de Engelse literatuur blijkt ook uit een ander boek dat aan de aandacht van de KB is ontsnapt en ons dichter bij zijn dichterschap brengt: ergens tussen 1920 en 1930 verschijnt in Haarlem Fantastische vertellingen van Edgar Allan Poe, vertaald door M.E. Barentz, met illustraties van Albert Hahn jr.
Dat is tientallen jaren na het verschijnen van ‘De Raaf’ in Een Reiziger in Vroolijkheid.
Maar uit het feit dat alleen die twee pennevruchten tot stand kwamen, buiten zijn meer leerzame werk, moge zijn adoratie voor Poe duidelijk zijn. Ja, goed, die novelle van die dominee vergeten we even, dat was voor het goede doel. Sterker; er is geen enkel ander gedicht van hem bewaard voor zover ik weet en de vraag is: mag je iemand met zo’n gering oeuvre dichter noemen? Is dit genoeg, een stuk of wat coupletten?
Ik zou zeggen van wel; het oeuvre van bijvoorbeeld Hugo Claus is dan wel uitgebreider, maar zal binnen een paar minuten toch wel totaal vergeten zijn, (kun jij ook maar iets van hem citeren?) terwijl dit werk, na de herontdekking en publicatie op Het vrije vers nog eeuwen stand zal houden.
Dus Michel - of Machiel- welkom op de Parnassus!
Nu nog een mooi portret van hem opduikelen.
Dat The Raven een ijzersterke structuur bezit, die in belangrijke mate bijdraagt aan het voortdurend succes van dit gedicht, is duidelijk.
In zijn Philosophy of Composition zegt Poe zelf: “Natuurlijk maak ik geen aanspraak, noch op originaliteit, noch op het metrum van’The Raven’, maar voegt daar wel aan toe dat niets dat de merkwaardige combinaties van deze strofen benadert, ooit geprobeerd is.
Dat hij geen aanspraak maakt op originaliteit is terecht: de eerste gedrukte versie van ‘The Raven’ verscheen in de Evening Mirror (New York) van 29 januari 1845 en in 1843 schreef Poe voor de New Mirror, een andere krant in New York, die op zaterdag 14 oktober 1843 een gedicht publiceerde van twaalf strofen, van de toen bekende Albert Pike; ‘Isadore’.
Het belangrijkste vormaspect is de herhalende refreinregel, het haalt het niet bij ‘The Raven’, maar het idee is aanwezig en de dichter poogt duidelijk hetzelfde effect te bereiken als Poe in ‘The Raven’, maar met minder vakmanschap. Hier een paar strofen:
Ik zag het aankomen:
Wesley was radeloos
Tijdens de training
Hield hij het niet droog
En dan daarna nog die
Calamiteitentweet:
'Godallemachtig!
Het gras staat te hoog!'
Remko Koplamp
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen
Zoek ik, volkomen opgebrand, mijn dekbed op
Het was weer eens zover: ‘Die Mannschaft’ gaf ons klop!
Ik leg mij lijdzaam neer bij al ons onvermogen
Maar op mijn netvlies brandt nog steeds dat scorebord
Nooit heb ik zóóveel tranen op één dag gestort
Intermezzo uit het Woordenboek der Engelsche spreektaal van de heer Barentz
“RHYMING SLANG.
Behalve het Slang, dat in dit werk is opgenomen, bestaat er nog een rhyming slang, dat speciaal gesproken wordt door de verkoopers van straat-litteratuur en de handelaren in verschillende artikelen die op straat en markt de goegemeente in verbazing brengen door hun welbespraaktheid.
Het eenig opmerkelijke hieraan is dat het rijmwoord w e g g e l a t e n wordt, zoodat daisy roots wordt d a i s i e s, Christmas card wordt Christmas enz.
Wij laten hier een lijst van eenige dier woorden volgen, ofschoon wij moeten oprnerkzaam waken, dat niet alleen dit „rhyming slang" van zeer ephemeren aard is, maar bovendien in vele gevallen geheel afhankelijk is van den spreker en er dus geen enkele reden bestaat waarom b.v. het rhyming slang voor steak zijnde Ben flake niet door dezen of genen gewijzigd zou worden tot John cake of zoo iets dergelijks. Ik heb in onderstaand lijstje dan ook slechts eenige typische voorbeelden gegeven, waarvoor ik meende een goede autoriteit te hebben. Daar dit slang echter noch in de litteratuur voorkomt, noch in die klassen van de maatschappij waarin de gebruikers van dit woordenboek ooit zullen verkeeren, geloof ik dat niemand dit betreuren zal. Ten einde het rijm goed te doen uitkomen geef ik niet de vertaling, maar het woord waarvoor het rijmwoord in de plaats treedt. Deze woorden zijn alle zoo eenvoudig, dat degeen, die dit boek gebruikt, daar zeker wel geen bezwaar in zal zien.
Tenslotte wil ik hier nog wijzen op een nieuw soort van Slang door den uitgever „Centre Slang" genoemd en dat hierin bestaat, dat de middelste klinker beginletter wordt en voor de rest letters worden bijgevoegd naar willekeur. Wegens gebrek aan gegevens kan ik hiervan echter geen voorbeelden geven
Lees meer: een reis rond de wereld deel 75/ Een onbekende vertaling 6