Wij willen kerken en zelfs kathedralen.
Wij willen graag een recreatieplas.
Want bouwen willen we, maar ook natuur.
Wij willen zondag, soms met winkeltas.
Wij willen leven, ongeacht het uur.
Wij willen herten en wij wilden zwijnen.
Wij willen een museum voor cultuur.
Wij willen dansen op de grote pleinen.
En 's avonds laat dan willen we verdwalen.
Zo willen wij in Ede nogal wat;
ons dorp verdient een dichter voor die stad.
Vandaag kiest Ede (befaamd om zijn bruikbaarheid in kruiswoordraadsels) een eigen stadsdichter in Cultura, om 20.00 uur. Acht kandidaten strijden om de eer, onze zeer gewaardeerde Hetvrijeversmederker Arjan Keene is een van hen en hierboven staat zijn sollicitatiegedicht. Willen de HVV-enthousiastelingen die hem vanavond gaan aanmoedigen hun auto wél buiten het stadscentrum parkeren? Dit om hopeloze verstoppingen te voorkomen.
Het gedicht 'Grijs' van Inge blijft hardnekkig zwart/wit. Wie het toch in grijs wil lezen moet even http://members.multiweb.nl/boulhart/hvv/GRIJS.html klikken
Op 2 mei 1988 verscheen Drs. P in het programma 'Terugblik 'op de Belgische televisie.
Hugo Matthijsen schreef in de Humo van 28 april als inleiding onderstaand gedicht (hoofdredacteur Mortier):
Een P. gestoofd
Ik zat me in een boekwerk te verdiepen
Waarin een personage iets beleeft
Toen plots de telefoon begon te biepen
Omdat mijn telefoon zo'n bieper heeft.
Wie was het die mij biepend op wou bellen?
Een vrouwelijke fan? Een lekker dier?E
Een kennis die wat roddels kwam vertellen?
O shit, het is gewoon de heer Mortier!
Zijn stem klonk nog wat dieper dan gewoonlijk
Hij stotterde en sprak een beetje hees
Vanwaar die kelderklank ? Ik dacht persoonlijk
Dat dit geluid op doffe wanhoop wees.
En inderdaad, ik had het goed geraden
Ik zei: « Vertel het maar, waar zit je mee? »
Hij snotterde: « Ik wil voor onze bladen
Een stukje over doctorandus P ! »
« Zo'n stukje dat de massa's kan vervoeren
Dat vreugde brengt in ieder lezershart
Dat zelfs een dooie nazi kan ontroeren. »
En snikkend ging hij voort : « Mag voor mijn part
Zo flets zijn als de teksten van Verminnen
Vervelender, bombastischer dan Gilles !
Vol urenlange Kantiaanse zinnen
Een stukje over P is wat ik wil! »
« 't Mag bulken van genante flauwiteiten
Zoals dat geforceerde Schrijfgerief
Waarop ik mijn kanaries steeds laat schijten. »
Die pointe ontging me, dus ik zei : « Wablief ? »
Ik hoorde hem tot mijn verbazing zeggen:
« De ware vogelvriend ververst een kooi
Toch steeds door onderaan een krant te leggen ?
En daarop strooit hij rijnzand en wat hooi! »
« Wat hooi?! » riep ik verbijsterd, « een kanarie
Heeft helemaal geen boodschap aan dat spul.
Gij dierenbeul ! Dit is solide larie
Verveel een ander met die flauwekul. »
Hij mompelde « pardon » en zei krampachtig :
« Ik bid u, alsjeblief zeg toch niet nee. »
Toen was hij zijn emoties niet meer machtig
En schreeuwde : « Maak dat stukje over P ! »
Zijn tranenvloed was nauwelijks te stelpen
Het was alsof ik met een douche sprak
Ik dacht : « Ik moet die arme kerel helpen. »
Terwijl de heer Mortier de lijn verbrak.
Hij schaamde zich natuurlijk voor de tranen
Die één voor één verdwenen in zijn snor.
De macho zou zich nu vast kleintjes wanen
'k Had medelijden met de ouwe Mor !
Ik deed mijn ding en stoof naar de redactie.
Daar vond ik wat nog restte van Mortier.
Het leefde nog! Dus schoot ik maar in actie:
Ik gaf mijn stuk en zei eenvoudig: « Hier! »
De Brok Ellende greep het, diep bewogen
En las de eerste zinnen van mijn stuk.
Zijn levenskracht kwam weer en uit zijn ogen
Ontsprongen warme tranen van geluk.
TERUGBLIK : DRS.
PBRT - TV1
Maandag 2 mei - 21.50 u.
Terugblik*
Ooit was ik vurig en jong en bevlogen
Alles was nieuw en ik lachte en sprong
Niemand had mij nog gekwetst of bedrogen
Ooit was ik vurig en jong
Waar is die prachtige tijd toch gebleven?
Waar zijn mijn dromen, waar raakten ze kwijt?
Waar ging de afslag verkeerd in mijn leven?
Waar is die prachtige tijd?
Nu ben ik eenzaam en oud en de dagen
Slepen zich voort en zijn bitter en koud
Ooit zocht ik antwoord, nu resten slechts vragen
Nu ben ik eenzaam en oud
Onze reis begint nu globetrotterachtige trekken te vertonen na dat lange gehang in het regenachtige Brittannië.
Maar in Wit-Rusland, of Belarus, zoals ze hier liever zeggen, is het politieke klimaat ook nogal grauw, met een enge, onverdrijfbare dictator met de smaak van een betonmolen aan de macht.
Daar mag de NAVO ook wel eens iets aan doen na Khadaffi.
Niettemin wordt ook hier poëzie bedreven en de beroemdste dichter is Maksim Bahdanovič (1891-1917) en een van zijn nog steeds geliefdste gedichten heet ‘Romance’, dat begint met de regel “Venus herrijst en verschijnt ons hierboven” en is gegoten in een ongewone vorm, zoals in mijn voorbeeld.
Het zijn kwatrijnen met een simpel abab-rijm, maar de eerste regel bevat halverwege het laatste rijmwoord van de strofe.
Dat komt omdat de laatste regel gelijk is aan de eerste helft van de eerste regel.
Ook het metrum valt op; het is dactylisch.
Dat moet geen probleem zijn voor de geoefende ollekebollekeschrijvers van dit mooie digitale literaire tijdschrift.
Voor de geoefende Wit-Russischspreker is er het boek Vianok (‘Krans’) van Bahdanovič, gepubliceerd in 1913, en de anderen kunnen Echoes of Venus aanschaffen, verkrijgbaar bij Manifold magazine, waar je ‘Romance’ in het Engels kunt lezen.
Ja, wat dacht je; dat ik het origineel kan citeren? Mijn enige Russisch heb ik in dienst geleerd: ‘Stoj! Ruke wrech! Slosje oeroezdji!’ (‘Halt! Handen omhoog! Laat je wapen vallen!’), als ik het goed onthouden heb en niet dactylisch.
Ik heb het ooit nog eens uitgeprobeerd op een luchtvaartshow in Duitsland waar een brede man met stekelhaar stond te zorgen dat we niet te dicht in de buurt van zijn Tupolev kwamen en tot mijn vreugde ging zijn hand inderdaad in een reflex naar zijn linkeroksel. Waar hij natuurlijk niks had in het buitenland, maar zijn uitdrukking van stompzinnige verbazing bezorgt me soms nog genoegen. Ach, herinneringen… Ooit was ik jong…
* Zie het thema van morgen
Men heeft de zaak uit schaamte lang ontweken
Maar toch besluit het kerkbestuur vol wrok
Pastoor nu maar eens duchtig aan te spreken
Want die blijft wel de deugd der kuisheid preken
Maar plaagt zijn schapen als een hete bok
Hij graait en friemelt onder elke rok
En wist al menig maagdenvlies te breken
Hij stoeit met knapen in het rommelhok
En rukt zelfs slapend pluimvee van de stok;
Zijn zalvend weerwoord doet de klacht verbleken:
U hebt gelijk, ik ben een zondig mens
Maar baby's en bejaarden zijn mijn grens
Jezus en Moedermaagd
Beiden zijn weergekeerd!
Ziet! Reeds doorloopt Hij
2000 jaar post
Mams doet het tikwerk, met
Bovennatuurlijke
Vaardigheid... Snel
Zijn Zij daar van verlost
Voor nog meer fraai verluchtigde paasbollekes van Paul moet je zijn link rechtsonder aanklikken
Blijdschap in christenland
Dood en betekenis
Hij gaf zijn leven
En dat maakt ons blij
Want door die hemelse
Offerbereidheidzin
Hebben we ook op
Paasmaandag nog vrij
Wie is er niet bij tegenslag en ongeval genegen
Tot vloeken en getier? Er werd dus zeker niet gezwegen
Toen die Romein een splinter in zijn handpalm had gekregen
Gênant! Je zag de Heer zich ongemakkelijk bewegen
Ha, een rap!
Nee; we zijn op onze reis in Georgië beland, klein land, bestuurd door een goedbedoelende sportschoolhouder, bij driftaanvallen niet altijd succesvol in toom gehouden door de Zeeuwse nuchterheid van zijn vrouw, een van onze succesvolste exportproducten
Aan het eind van de twaalfde eeuw kwam hier een episch gedicht tot stand, De ridder in het pantervel, geschreven door Shota Rustaveli. Die gebruikte hiervoor een ingewikkelde vorm die de Georgiërs shairi noemen en populair werd.
Die shairi bestaat uit een vierregelige strofe, vooruit; een kwatrijn, van 16 lettergrepen met rijmwoorden van twee of drie lettergrepen, rijmschema aaaa
Er zijn in het Georgisch twee varianten: de magali stanza (lettergrepenverdeling 4/4//4/4 per regel) en de dabali stanza (5/3//5/3 lettergrepenverdeling per regel).
Rustaveli, die blijkbaar niets anders te doen had, wisselde die twee af in zijn werk, dat uit maar liefst 1576 strofen bestaat.
Die lettergrepenverdeling per regel vergeten we maar, typisch een taalgebonden voorschrift, net als die 16 lettergrepen; 15 komt me in het voorbeeld beter uit. Dus 15 of 16 lettergrepen per regel.
Het Georgisch mag dan rijk zijn aan vier- en vijflettergrepige woordvervoegingen waarmee zinnen geconstrueerd en rijmwoorden gevormd kunnen worden, onze taal niet; vandaar de concessie van dan toch minstens twee- of drielettergrepige rijmen. En dan per strofe consequent toegepast.
Het rijmschema is aaaa (en daarna bbbb enz. tot je de 1576 vol hebt, mocht je de paasdagen anders in verveling doorbrengen).
Er bestaat nóg een versvorm die shairi heet, in het Swahili.
Ook vierregelig, (maar met 8 lettergrepen per regel) en ook met aaaa-rijm. Maar dat is in het Swahili geen kunst; alle woorden eindigen op een klinkerklank en daar zijn er maar vier van.
Een hele goeie hierin was Muyaka bin Haji al-Ghassaniy (1776-1840) uit Mombassa.
En je gelooft het niet,maar in Maleisië hebben ze de shair, vierregelig, jawel én met aaaa-rijm.
Er zijn geruchten over een shi’r in Arabië, maar daar weet ik het fijne niet van. Maar met die Omar Khayyam daar in die regio, zou het me niets verbazen als die ook vierregelig was en aaaa-rijm is in die streken meer dan gebruikelijk.