714 – 768, Eerste koning der Franken, vader van Karel de Grote
Als koning was hij een markant figuur
Zijn moeder noemde hem haar ukkepukje
En was zijn heerschappij van lange duur
Het tegendeel was waar van zijn postuur
Dat leidde wel tot menig ongelukje
De beste man kon immers nergens bij
Dus lazerde geregeld van een krukje
En toen hij oud werd kromp hij zelfs een stukje
Gevoel voor humor had hij generlei
Dus moest je in zijn bijzijn ervoor waken
Dat je maar niets over zijn lengte zei
Vooral niets lolligs, want dan fronste hij
En antwoordde gevat op zulke zaken:
‘Ik laat u graag een kopje kleiner maken’
O heilgeschreeuw van regeltjesbarbaren!
Ik kweel, meneer, mijn eigen woordmuziek,
Bespelend vele tere zielesnaren
Bij mijn bewonderend en toegewijd publiek,
Negerend uwen mitsen en uw maren,
Nooit bukkend voor uw wrede polemiek
Noch die van uwen mede-ambtenaren.
Daarom, mijnheer, noem ik mij authentiek.
Nicolaas Beets
Wanneer de Kindren Groot zijn (1858)
"Wanneer de kindren groot zijn, mijn lief, mijn levenslust!"
dan gaan ze op d’r eige en zijn we van ze af
dan zullen we verhuizen, een stulpje aan de kust
Maar lief, wat een gerochel, je hoest klink als geblaf
ik ga de dokter bellen, je maakt me ongerust....
"De kindren wórden grooter — maar op hun moeders graf."
Het had ze altijd al wel iets geleken
Want kippen geven veel meer vlees dan vinken
En dan het luid toktokken van zes weken
Dat tot het einde opgewekt blijft klinken!
Vanaf mijn ziekbed in Lambarene kon ik de verpleegsters horen zingen die bij de rivier verbanden uitspoelden en ook voorbijvarende roeiers dompelden hun peddels onder ritmisch gezang in het water. Nee, met de poëzie zat het wel goed in Afrika, wijd verbreid, talloze culturen en orale traditie zorgden daar welvoor, echt niet alleen in het Swahili.
Maar versvormen, schriftelijke poëzie, dat was door de kolonisatoren beïnvloed; Arabieren, Fransen, Portugezen en Engelsen.
Omdat de koorts opliep werd ik via een noodtransport naar Nederland vervoerd en lag ijlend in het Hospitaal voor Tropische Ziekten in Leiden toen een verpleegster bezoek aankondigde van Bas Boekelo.
Ik was verrast, zeker toen hij binnenkwam, want hij zag er heel anders uit dan ik verwachtte.
Een zeker honderdjarige kale man met een wit sikje in een verouderd geruit kostuum met wijde kap en knapzak, betrad met schokkerige, onritmische bewegingen de zaal, maar met een daarmee contrasterende verende en soepele tred.
‘Zwavel op je pad!’ riep hij, ‘bij Zazel en Iod, wat zie jij er beroerd uit!’
Hij plaatste een bosje paddestoelen in een vaas en zette zich op de visitestoel.
'Terwijl jij je vermaakte in het buitenland’, zei hij, mij in de borst prikkend met een benige wijsvinger,’heb ik, arme oude man, een nieuwe versvorm ontwikkeld, die de Eeuwige Kringloop van het leven symboliseert: het kringloopvers.
De eerste en laatste regel komen uit een bekend gedicht, niet noodzakelijk hetzelfde en de tekst daartussen is aan de maker’.
Hij uitte een kakelende lach. ‘Ook de eenvoudigste ziel die zich hiermee bezig houdt wordt zo voor eeuwig gevangen in de vorm.’
Ik keek zwetend in de kille gele ogen, was dit bezoek een koortsdroom?
Hier hielp wellicht alleen een Afrikaanse magische tekst.
Het schoot mij tebinnen hoe in Zuidelijk Afrika een nieuwe lichting dichters zich los wilde maken van de Engelse vormen en een mengvorm zocht met de oude orale traditie en hoe kwetsbaar deze Magister in de Oude Kunsten was op het gebied van Ritme.
Ik begon een gedicht te citeren uit van een de weinige dichtbunels van vrouwen uit Zimbabwe, Nyamubaya (met de bijnaam Freedom):
‘Poetry
One person said,
You are not a poet,
But forgot that
Poetry is art and –
Art is meaningful rhythm.
Now what is rhythm
If I may ask?
Some say it’s marching syllables,
Others say it’s marching sounds,
But tell me how to marry the two.
We fought Shakespeare on the battlefield
Blacks fought the Boers with their spears
These are matching syllables
And is art to some,
But how can I marry the two?
How about a different rhythm?
People die in the ghettoes,
From police raids and army shots
Workers suffocate under coal mines,
Digging the coal they can’t afford to buy
For cooking daily to feed themselves.
Poetic stuff this’
Ik keek op; mijn bezoek was verdwenen. Het raam stond open en alles wat ik zag was een zwarte kraai die krassend wegvloog. Koorts doet vreemde dingen met een mens.
Het nieuwe nummer van LightenUp Online is uit (zie bij 'Andere links 'onderaan) met o.a. het volgende gedicht :
Douglas Brown -- The Day Werner Heisenberg Ran Over Schrodinger's Cat
Physicist Heisenberg * phoned Erwin Schrodinger,
“Sprawled on the roadside, I see your cat linger.”
Thinking a moment, Herr Schrodinger said,
“Is he still living, or does he look dead ?”
Heisenberg pulled his car over, and parked;
Studied the cat, and then gravely remarked,
“Maybe he’s dead - or he might just be hurtin’.
That’s my dilemma; I’m always uncertain.”
Moral; a physicist can’t be relied
to tell if a feline has actually died.
For absolute certainty, Erwin should get
An autopsy done by a qualified vet.
* the German theoretical physicist who asserted the uncertainty principle of quantum theory.
‘Vertel eens, Rem, hoe zat dat nou met buitenspel?’
Vroeg na de match kantinejuffrouw tante Nel
‘En interesseert die rode kaart je echt geen biet?’
‘Ach Nel, hij ging zijn boekje elke keer te buiten
Ik snap dan ook die man in ’t zwart gewoonweg niet
Hij floot voor ieder wissewasje razend snel
En trok na ieder commentaar steeds aan de bel
Terwijl hij na een doodschop verder spelen liet
Oké, ik ging mijn boekje mogelijk te buiten
Ik had me achteraf veel wijzer moeten uiten
Me laten gaan op die manier was niet zo best
Maar ja, hoe kon hij nu tot buitenspel besluiten?
Ik voelde me daarom verplicht mijn gal te spuiten
Met: Hondenlul, krijg nou toch gauw de builenpest!’
Heeft u zich ook weer zitten te generen ?
Wat waren we op voorhand goed gemutst
Maar Franka heeft het weer voor ons verprutst !
We zullen haar eens flink een lesje leren
Dus kom naar Schiphol. Ik zorg voor de pek!
Aan veren is waarschijnlijk geen gebrek
... Met Joan Franka haalt Nederland opnieuw niet de finale van het Eurovisie Songfestival ...
Ik gaf een por, de ogen half geloken
En zei: ‘Hé trut! Wat zit jij uit te spoken?’
Ze sprak betraand, haar ogen rood ontstoken:
‘Ik ween om bloemen in de knop gebroken
En voor de ochtend van haar bloei vergaan’
Wat een continent.
In de gevangenis hoorde ik van een Kenyaanse homeopaat, die daar zat wegens ongeoorloofd uitoefenen van de geneeskunst (in sommige opzichten zijn ze hier duidelijk voor op ons) dat in zijn land een unieke versvorm bestond, de Muyaka stanza, genoemd naar de stanza’s in een beroemd gedicht, Itakapo kukutana van de eveneens beroemde Kenyaanse dichter, Bwana Mukaya.
Eenmaal weer buiten huurde ik meteen dragers, sloeg voorraden in en ging op pad. Na vier dagen het oude liedje: dragers muiten en er vandoor en ik met malaria door het oerwoud strompelen. Gered door een paar werkloze luipaardjagers, afgegeven bij een hospitaaltje in een dorpje met de naam Lambarene, geleid door een stokoude autoritaire Zwitserse arts die me kortaf vraagt waarom ik niet gewoon de bus gepakt heb. Als door een wonder ligt in het bed naast me een Kenyaan, die gevraagd naar de Muyaka stanza meteen opdreunt:
‘Ai ngano na samli, viliwa vyema khiyari
Vitu viawavyo mbali, Renu na Baunagari
Apao mwende akari, mola humjazi kheri
Ai ziwa na sukari, itakapo kukutana’
Dat is $%^$#! hetzelfde als de utendi/tenz met zijn aaab! In het bed aan de andere kant ligt een boomlange Afro-Afrikaan die mijn interesse voor versvormen bemerkt en vraagt of ik de shairi ken, gebruikt bij de Gunda dans? Vier regels met rijm naar voorkeur van de dichter? Dat is gewoon een kwatrijn schamper ik. De takhmis dan? Uniek! Oude Swahili-vorm voor lyrische en verhalende gedichten? Mijn belangstelling is gewekt en bereidwillig legt hij uit: kwatrijnen met rijmschema aaab enz.
Bij mijn poging het bed uit te komen om hem te wurgen val ik verzwakt op de grond. Een verpleger met een rond brilletje en fez raapt me op en legt me weer in bed. ‘Dat is helemaal geen originele Swahilivorm’ zegt hij korzelig. ‘Dat is een zwak atreksel van de Arabische takhmis, ontstaan in de 18e eeuw: een vijfregelig vroom gedicht met rijmschema aaaab, de laatste regel bevat geen rijm en de laatste twee regels zijn afkomstig uit een eerder bekend gedicht’
Kijk, dat fleurt op. Hij zegt nog iets van dat die Swahilitakhmis verschilt met de utendi/utenzi in het aantal lettergrepen en iets over metrum, maar daar trek ik me niets van aan, met het Arabische metrum kunnen wij toch niet uit de voeten. Dit is een vorm waar tenminste iets mee valt te beleven en het voorschrift wordt gewoon: quintet, aaaab, laatste twee regels een citaat uit een bekend gedicht.
En nu kinine.
De medespelers hielden van zijn guitenstreken
Zij lagen daarom dikwijls allemaal gestrekt
(Dat had hun op het grasveld bijna nog genekt
Toen zij in Lummelgeest op 0-0 bleven steken)
De trainer van het stel probeerde wel te sturen
‘Zeg Remko, kerel, dit keer wil ik geen gestunt
Doe alsjeblieft alleen wat jij het beste kunt
Bespaar me dus die malle fratsen en die kuren’
Maar goed, waar lag bij “Rem” nu feitelijk de grens?
Hij scoorde graag of met zijn hak of met zijn knie
En van zo’n fraaie schaar genoot hij ook intens
‘Ik wil gewoon niet dat wij afgaan als een gieter
U weet, ik ben nu eenmaal toch een klein genie
En daarenboven ook een echte kunstgenieter’
De tweede Driek van Wissen Sonnettette Competitie van het Dagblad van het Noorden is gewonnen door Gezienus Omvlee met Erfenis:
Toen pa naast moe ter aarde was besteld,
hadden de erven zich al rijk gerekend
en fluks voor de nalatenschap getekend;
het oude nest moest omgezet in geld.
Maar dat bleek nog met hypotheek belast.
Nu kwam er pas een echt lijk uit de kast.
Gisteren, op de sterfdag van Driek werden de tien prijswinnaars bekendgemaakt door een jury, bestaande uit Jean Pierre Rawie, Jan Boerstoel en Bert Visscher.Onder hen natuurlijk een groot deel Vrije vers-medewerkers: Marjo van Dijken, Maarten Beemster, Bennie Sieverink, Aukje Tillema, Daan de Ligt, Arie van Engelenburg, Ko de Laat , Ed Elands en onze eigen moederator Katja Bruning.
Buiten de prijzen viel Arjan Keene met de volgende sonnettette wat wel aantoont hoe hoog het niveau van de inzendingen was:
Medische misser ... Ziekenhuizen melden fractie van verdachte sterfgevallen...
De hoofdchirurg wist niet wat hij moest zeggen De hulpanesthesist kroop op de grond Een foutje kan, maar hier maakt men 't bont Dit ziekenhuis had heel wat uit te leggen
"De operatie hebben we gestaakt Helaas is de patiënt echt weggemaakt."
Maandagmiddag werd in Groningen middels een hommage in café De Wolthoorn, aanloop naar de grote hommage in Groningen, stilgestaan bij het overlijden van Van Wissen.
Hier een link naar het artikel in het Dagblad van het Noorden:https://www.box.com/s/5405410c880e29e23ecf
Ik zou de allerallergrootste wezen Als nou die ene bal niet op de paal… In ieder voetbalboek stond dan te lezen: Die Rensenbrink was groots en magistraal
Van Hanegem werd lang niet zo geprezen En Cruijff, wie zou hij zijn dan helemaal ? Ik zou de allerallergrootste wezen Als nou die ene bal niet op de paal…
De ster van Gullit, die was nooit gerezen Van Bastens volley was wel geniaal Maar al met al toch minder kolossaal En elke speler zou mijn schaduw vrezen Als nou die ene bal niet op de paal…
Route naar beter verleden
Nagelaten gedichten van Herman Naber.
Uitgeverij Liverse publiceert in juni Route naar beter verleden, een boek met nagelaten gedichten van multi-talent Herman Naber (1947-2008). De bundel is een keuze uit de honderden, voornamelijk ongepubliceerde gedichten die de acteur, theatermaker én dichter Naber naliet.
Vooral in zijn laatste jaren was Herman Naber heel intensief bezig met het schrijven van poëzie. Toon en inhoud wisselen tussen het theatrale en het banale, en zijn soms dwingende retoriek wordt vaak verzacht door humoristische wendingen.
Op zaterdag 2 juni om 16.00 uur vindt de presentatie van Route naar beter verleden plaats in het Voorstraattheater 450 van Marieke van Leeuwen en Joop Mix. Geïnteresseerden zijn daarbij van harte welkom. Dan wordt ook het gefilmde portret van Herman Naber vertoond en draagt Peter M. van der Linden voor uit Nabers werk.
In de bundel staan meer dan 30 gedichten over Dordrecht, de stad waarin hij zijn laatste jaren doorbracht en waaraan hij verknocht was.
De keuze uit het nagelaten werk is gemaakt door Pieter Breman van Erfgoedcentrum DiEP en Remko Jas van de Bibliotheek A tot Z. Annemieke van Maren schreef het voorwoord. Bij het boek hoort een heel bijzonder gefilmd portret van Herman Naber door stadsdichteres Marieke van Leeuwen en Peter M. van der Linden. In deze korte film praat Naber over zijn poëzie, leest hij er uit voor, moppert en mijmert hij romantisch voor zich uit.
Een ontroerend portret van een groot kunstenaar.
zaterdag 2 juni, 16.00 uur
Theater Voorstraat 450, Voorstraat 450, 3311 CX Dordrecht
Gratis; aanmelden gewenst via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Het trapsonnet: meer dan een woordgebaar De dichter smeedt de zinnen aan elkaar
Hij zoekt in menig woord- en rijmbestand Een druppel transpiratie siert de slapen Zijn uitgeknepen brein lijkt op fondant
De weke mond proeft hoe een rijmpaar klinkt Hier vindt de volta zijn geëerde wending Het vers is halverwege zijn vol-ending Een kleine traan wordt zachtjes weggepinkt
Hij schrijft hier door emoties overmand De pen is immer nog zijn grootste wapen Hij wikt en weegt de woorden op zijn hand
Hier toont zich de sonnettenkunstenaar Het trapsonnet is in een omzien klaar
Rijmschema: aa bcb deed bcb aa c en e vrouwelijk, rest mannelijk rijm, afwijken mag. Metrum: geen voorkeur, ik schrijf zelf het liefst in jambische pentameter. Kan op en neer worden gelezen.