Hij heeft zichzelf een pseudoniem gegeven Dat van een blinde bard is afgeleid En heeft zijn oeuvre almaar uitgebreid. Zijn stijl was altijd sober, niet verheven.
Hij wist dat taal ons grip geeft op het leven En dat een mens zich vastklampt aan de tijd. Maar raakt hij dat houvast, die bakens kwijt Dan is die mens ten dode opgeschreven.
Zo ook in Hersenschimmen: Maarten Klein Verliest zijn grip, zijn taal, herinneringen En daardoor doemt de mist op in zijn brein.
De velen die het lazen ondergingen Door deze hoofdpersoon hoe het moet zijn Wanneer de geest zich losmaakt van de dingen.
Dag middeleeuwse blinde Friese dichter
Die naadloos letters aan ons toevertrouwde
Waarin we onze eigen metaforen
Weerspiegeld zagen in zijn hanepoten
We keken naar het strikken van een das
Verdwaalden in de kunst van het verliezen
Zag oude schoenen van de dirigent
Verruilen voor een kiezel en een traan
Te weten dat ons brein dit zo vertraagt
Ontbijten in het hart van een orkaan
Gelukkig fruit: de schaal is niet van taal
Noch blindenstok, noch grillige muziek
Wie kijkt zichzelf voortdurend in de rug
De naam bestaat, deinst terug: Ben even weg
Afgelopen vrijdag werd in Utrecht de nieuwe bundel van Maarten Beemster Retour Verlangen ten doop gehouden.
Dit gebeurde in Café van Wegen, dat die avond drukbeklant was.
Uitgever Chrétien Breukers van de Contrabas kwam zakken tekort om te vullen met de opbrengst van de verkoop en de aanwezigen luisterden niet alleen naar de schrijver van de bundel, maar ook naar Ingmar Heytze en Patty Scholten die eveneens uit eigen werk voordroegen.
De bundel ligt vanaf vandaag in de winkel en is ook te bestellen bij www.uitgeverijdecontrabas.nl
Hier een voorproefje dat je vast naar de buidel doet grijpen:
SONNET OP WOENSDAGMIDDAG
De uren tussen school en jazzballet
laat ik haar op de fiets alvast wat eten.
Het is een truc, je moet het even weten,
je wint een uur en daarmee een sextet.
Dan snel het meisje voor de buis gezet,
nadat ik haar opnieuw heb toegebeten
dat papa strikte rust wil, godvergeten:
hij schrijft voor jou vanmiddag een sonnet.
Als ik er klaar voor zit, neem ik mijn pen
om netjes de kwatrijnen in te delen
waarin ik mij ook na mijn dood herken.
Maar dat kan haar waarschijnlijk niet veel schelen;
ze stoort me met de vraag of ik wil spelen
en komt zo nooit te weten wie ik ben.
Maarten Beemster Retour Verlangen
Uitgeverij De Contrabas
ISBN 978-90-79432-67-7
52 pagina's
Prijs: 15 euro
Waar zal ik zondag de stilte gaan zoeken,
Diep in de bossen of ginds in een wei?
Zal ik haar vinden al lezend in boeken?
In een gedicht? Een abstract schilderij?
Zal op zo'n zondag de stilte zich tonen?
Hoor ik haar wel als zij zich presenteert?
Laat ik haar toe in mijn oren te wonen?
Wordt het moment wel door mij gewaardeerd?
Mogelijk zal mij de stilte doen schrikken,
Slaat dat het stil is mij flink uit het lood?
Loop ik de kans dat mijn hart stopt met tikken
En wordt de dag van de stilte mijn dood?
Dus blijf ik binnen en hoor hoe mijn hart slaat
Hopend dat zondag voor mij niet van start gaat.
Ik hunker slechts naar dit:
Een bintje, aan een spit gespiesd
Met uien afgebiesd
‘Wie’, vraagt u honend, ‘kiest hiervoor?’
Zelfs bij dit kruisverhoor
Wordt stevig door mij doorgepit
Je bent er zo met het vliegtuig, Vietnam. En we kunnen de Reis niet afmaken zonder het Oosten, anders is de naam ‘rond de wereld’ niet waargemaakt, dus daar zijn we dan.
Dit wordt een makkie, dacht ik, want volgens John Hollander in zijn Rhyme’s Reason, a guide to English verse kennen ze hier een versvorm, de Luc-bát, met een schakelrijm, afwisselend in 6 en 8 lettergrepen (Luc-bát betekent simpel ‘zes-acht’) dat net zo lang mag worden als je wilt.
Hij geeft een voorbeeld dat wel wat wantrouwig stemt door de onlogica en inderdaad; even navragen (is die taalcursus toch niet voor niets geweest) bij een Vietnamees met een bril op leert dat hij een belangrijk voorschrift vergeten is: elk rijm moet drie maal voorkomen, wat inhoudt dat de slotregel rijmt op een rijm dat in de eerste twee regels optreedt.
Dat komt omdat de regel luidt dat het eerste rijm optreedt aan het eind van de eerste achtlettergrepige zin, dan aan het eind van de daaropvolgende zeslettergrepige zin en daarna in de zesde lettergreep van de daaropvolgende achtlettergrepige zin. En als ik lettergrepen zeg bedoel ik dus jamben of iets dergelijks. Mannelijk waarschijnlijk. Hier kun je mee doorgaan zolang je wilt en de slotregel krijgt dan het eerste rijm dat gevolgd wordt door de rijmen van de eerste twee regels (Weglopen heeft geen zin, de deuren zijn dicht).
Het is dus niet zo simpel als Hollander dacht en dat blijkt ook wel uit mijn voorbeeld, dat stukken beter kan. Doe je best. Hier nog een mooi schema:
Ik ging laatst naar de brug van Bommel kijken.
Martinus Nijhoff lag daar in het riet.
O, dacht ik, o, meer dacht ik waarlijk niet.
Hier deed zich weer eens klaar en helder blijken
Hoe weinig of er omgaat in mijn brein.
Een goed idee, zo’n drankkast op je steen!
Een sleuteltje kreeg ieder van mijn vrinden.
’t Zijn Zeeuwen, zuinig, dus is iedereen
voor gratis schnaps hier nog een tijd te vinden.
Dacht ik. Maar nee, ’t zijn happers, een voor een:
wel zelden zag men drank zo snel verzwinden!
Al na een dag lag ik weer, doodalleen
in rust en stilte vredig te ontbinden.
Doodstil en doodalleen? O neen.
Vertroostend ruisen boven me de linden
en aanspraak heb ik hier van menigeen
die, net als mij, geen zon meer zal verblinden.
In geur van heiligheid stierf deez’ en geen.
En ik ging, ach, in geur van jajem heen.
Gelovigen die weten alles zeker
Een aardschok? Dat is vast een straf van God!
We overtraden weer eens Zijn gebod
Dus speelt Hij weer eens met Zijn cocktailshaker
Maar vroom omzeilen zij die barse wreker
Door Wetenschap, want die voorspelt ons lot
Zodat er met Zijn almacht wordt gespot
En Hij verwordt tot holle zedepreker
Dat wetenschap nou juist met twijfel werkt
Wordt niet gesnapt door wie des zondags kerkt
Met hersens die door preken zijn verkrampt
Nooit twijfelen, zo is er ingestampt
Dat wetenschap geen zekerheden biedt
Geloven de gelovigen dus niet
Vandaag wordt Michel van der Plas 85 en dat kunnen we niet ongemerkt voorbij laten gaan.
De letterkundige Van der Plas is, naast het schrijven van cabaretnummers die door uitvoering van anderen eeuwigheidswaarde verkregen, ook niet bekend als een van de Grote Namen op het terrein van het lichte gedicht.
Maar hij is het wel, wis en waarachtig en dat hij hiervoor nooit een prijs ontving is dan ook een schande.
In het maken van parodieën en pastiches was hij ongeëvenaard en in de bibliotheek van Het Vrije Vers stoffen we wekelijks met eerbied zijn bundel Twee emmertjes water halen uit 1952 af, waarin dit kinderliedje vele malen te vinden is: in de stijl van Hieronymus van Alphen, P.C. Hooft, Guido Gezelle, P.C. Boutens, Adriaan Roland Holst, H. Marsman, Anton van Duinkerken en Lucebert.
Daarnaast vinden we hier ook nog prozabewerkingen in de stijl van Aart van der Leeuw, Cissy van Marxveldt, Piet Bakker, J.W.F. Werumeus Buning, Anne de Vries, Mr. E. Elias, Bert Schierbeek, Paul van Ostayen, Leonard Huizinga, Rogier van Aerde en Godfried Bomans.
Hiermee is meteen duidelijk voor de jongere generatie welke schrijvers en dichters op de eindexamenlijst van hun ouders stonden.
Het boek is prachtig verlucht met illustraties van Eppo Doeve, die voor de gelegenheid werkte in de stijl van verschillende beroemde kunstenaars en er staat ook nog een hoop bladmuziek in van H. Badings; variaties op de melodie van het liedje in de stijl van verschillende beroemde componisten. Waar vind je nog zo'n prachtparodiënboek waar de dicht- teken- en muziekkunst samenkomen om iets vergetelijks tot stand te brengen?
Hier de versie van P.C. Hooft om dit betoog met kracht te illustreren:
Bij Nijgh & Van Ditmar is een bloemlezing verschenen van het werk van John O' Mill. De in 2005 overleden dichter maakte furore met zijn lichte verzen waarin Engels en Nederlands op kunstige en zeer vermakelijke wijze zijn samengebracht. Voor 'Light Verse in Dutch & Double Dutch' kozen de twee bewonderaars Pieter Nieuwint en Ivo de Wijs hun favoriete verzen.
Zondag 21 oktober, van 4 tot 5, signeren Nieuwint en De Wijs de bundel in boekhandel Het Martyrium in Amsterdam. Komt allen!
De mens heeft geen idee wat of het kost Om iemand na het vallen op te tillen Dat moeten we na drie keer niet meer willen Het is een veel te grote kostenpost
Per slot, sprak men van ’t christelijk tehuis Viel Jezus ook maar drie keer met zijn kruis