Uit de kunst
‘De mannen domineerden steeds de kunst
En vrouwen worden nauwelijks genoemd:
Die moesten steeds bordurend binnenblijven!’
‘Dat mens Van Schurman was toch heel beroemd?
Die kon mooi schilderen en ook goed schrijven
En werd geprezen om haar meesterschap!
Nee, echt talent komt altijd bovendrijven
En al die mannen vonden haar heel knap
Ze dongen ellebogend om haar gunst
Je hebt, al is het nog zo spijtig Truus
Dus voor je niet-beroemd zijn geen excuus’
Anna Maria Schurman (1607 - 1678) werd ‘de Sappho van de Lage Landen’ genoemd.
Deze opmerkelijke vrouw sprak en schreef tusen de twaalf en vijftien talen, schreef gedichten in het Latijn, kalligrafeerde (en net zo gemakkelijk in het Arabisch en Hebreeuws) en telde onder haar vrienden Descartes en koningin Christina van Zweden.
ik vond het echt een doodnormale vraag
begreep dus niets van woedende verwijten
en waarom ging zij met serviesgoed smijten
zij kreeg een driftbui, ik de volle laag
ze ging met haar vriendinnen naar Den Haag
om daar wat vrouwenmeninkjes te slijten
en voor de onderdrukten (?) te gaan pleiten
ik gunde haar die blije uurtjes graag
nee heus, er was geen sprake van geplaag
ik ben geen macho, walg van flauwiteiten
mijn schat mocht best een heerlijk dagje geiten
ik zat alleen met één ding in de maag
ik vroeg haar slechts (waarom moet dit me spijten):
maar lief, wie zet er koffie dan vandaag?
Stichting Feest der Poëzie presenteert de Salon der Verzen, een bijzondere belevenis met poëzie, muziek en magie. Op zondag 18 maart vindt deze voorstelling plaats in de stijlvolle ambiance van het Plantsoentheater te Leiden.
De dichters van het Feest der Poëzie, Mieke van Zonneveld, M.A.W. Ouderyte, Lennard van Rij en Simon Mulder, dragen voor. Zij doen dat o.a. uit hun bijdragen aan Avantgaerde, een uit lood gezet, op een drukpers uit 1913 gedrukt en handgebonden periodiek voor de dichtkunst.
Ook is er muziek van sopraan-pianoduo Susanne Winkler en Daan van de Velde met klassieke liederen, waaronder liederen van vergeten 19e-eeuwse Nederlandse componisten, en een magische act van verwonderaar Arjan van Vembde, die poëzie en goochelkunst verenigt. U proeft de sfeer van een 19e-eeuwse salon!
Datum, tijd: 18 maart 2012
Zaal open: 15 uur, aanvang: 15:30 uur, afloop: 17:00 uur
Entree: 22,50 euro (incl. koffie/thee)
Locatie: Theaterhuis Het Plantsoentheater, Plantsoen 45, Leiden
Reserveren: www.plantsoentheater.nl/kaartverkoop of 06-48151584
Meer informatie over het Plantsoentheater: www.plantsoentheater.nl
Meer informatie over Stichting Feest der Poëzie en de Salon der Verzen: www.feestderpoëzie.nl
Oh Lutz Jacobi
Oh dijk van een vrouw!
Méér dan de camera
Hou ik van jou.
Zo onbevangen
Zo eerlijk, zo Lutz!
Naast jou is Samsom
Een watje, een muts.
Weg met Albayrak
En weg met die hoed!
Lutz aan het roer
Geeft de burger weer moed.
Ik was voor Diederick
Tot ik jou zag.
Lutz als première:
Gelukkig die dag!
Helaas laat de beveiliging geen grotere afbeelding toe. Klik op de afbeelding en daarna nog eens om hem iets beter tot zijn recht te laten komen.
Rusland: Wladimir Poetin naar de stembus
Nederland: PvdA-jongeren gaan massaal voor Diederik Samson
Simson
Een zonnekind is hij, een held, een grote vechter
Een stoere heerser met de mond en met het zwaard
Die in de felle strijd zijn lauweren vergaart
Doch zelden uitblinkt in de rol van vrederechter
Het morrend volk stoomt op in voor- en tegenstemmen
Met lede ogen kijkt men naar de hanenstrijd
Geen socialistisch vuur; de idealen kwijt
In neoliberaal moeras kan men niet zwemmen
En zie: daar staat hij in de voorhof vastgebonden
Met kettingen verroest en schimmeltouw vergaan
Hij rukt en trekt maar de pilaren blijven staan
Dan wordt hij onder hoongelach naar huis gezonden
Een laatste Hercules in woord en in gebaar
Maar wat aan hem ontbreekt: die zeven lokken haar
Met al dat gedoe is het alweer een tijd geleden dat de laatste aflevering van onze Reis werd geplaatst en zoals jullie jongens en meisjes nog weten waren we bezig met de Keltische poëzie.
Om dat af te ronden en het gemis van al die maanden goed te maken krijgen jullie een gratis e-book met alle versvormen die de Keltische poëzie kent, uniek in Nederland, nog niet eerder vertoond en het scheelt mij een hoop gezwoeg, want zo heb ik één klap de 80 wel gehaald.
Nou ja, dat zou flauw zijn, dus vooruit, volgende week gaan we gewoon door naar de duizend.
En nou allemaal een draailier en een doedelzak kopen, dan kun je je eigen Keltische volksliedjes maken en ten gehore brengen in het winkelcentrum en daarmee die Oost-Europese muzikanten een poepje laten ruiken.
Vandaag geen vers gedicht. We staan namelijk al vanaf negen uur vanochtend pakken Douwe Egbertskoffie door de plee te spoelen. De onlangs aangeschafte Gacia GD One espressomachine op het redactiekantoor loopt namelijk alleen op bonen. Best vervelend als Douwe Egberts opeens gratis sprookjesboeken op rijm gezet door Ivo de Wijs weg gaat geven bij drie pakken aroma rood. Maar over een uurtje is het zover, kunnen we lekker sprookjes lezen, met een lekker bakje Max Havelaar espresso.
Het internet bracht Leika in mijn leven
De Letse was op slag verliefd op mij
Ik zal eerst sparen, schreef ze, wacht nog even
Dan zal ik heerlijk in je armen zweven
Stuur vast een ticket op met geld erbij
Ik zal me haasten, mailde ze toen blij
Daarna ontving ze nog een cheque of zeven
Nu zal ik bijna komen, kraaide zij,
Dat zal al zijn zodra ik schuldenvrij
Zal zijn, daar zal ik elke dag naar streven
Haar ‘zullen’ is funest voor mijn geduld
Ik zal haar eens… ze heeft nu zat ‘gezuld’
Uit: Liefde uit blik, Liverse 2009
Met deze fraaie prent heeft Jos Colignon, politiek tekenaar van de Volkskrant, de eerste prijs gewonnen in de prestigieuze Press Cartoon Europe 2011, waaraan honderd cartoonisten uit 27 EU-lidstaten meededen.
In de linkerbovenhoek van de prent, gepubliceerd op 25 oktober 2011, zien we een bekend lied van Drs. P, zodat iets van de roem op de oude bard afstraalt.
Het is niet de eerste keer dat Jos Colignon zich door de befaamde liedzanger liet inspireren; met name Sledetocht kwam al eerder in zijn werk voor zoals hier te zien is op prenten van 11 mei 2010, 27 oktober 2011 en 24 november van dat jaar.
Morgen worden de winnaars van de vertaalwedstrijd van het Prins Bernhard Cultuurfonds bekend gemaakt. Een van de opgaven luidde: zet Willem Kloos om in straattaal.
Van de drie genomineerden hier onze favoriet van ‘Ik ween om bloemen in de knop gebroken’ geschreven door Geertrui Maks (Meer over standaardtaal en straattaal in het Forum onder het kopje ‘Seizoensarbeiders’).
Genomineerden van alle talen kun je vinden op nederlandvertaalt.nl.
Ik jank om bloeme met die kloteknoppe
Die goud belove, en never opegaan,
Ik jank nou mijn habibi al wil stoppe,
En mijn dus in die fokking kou laat staan.
Jij kwam, ik check- jij ben lossoe gegaan…
Ik heb gelijk gescand, dit ken niet kloppe:
Dit is niet cool, me leve naar de maan,
Finito me verkering, naar de knoppe.
Zoals bij ’n enschedeetje in de nacht
Een vogel denkt als er zo’n fik opgloeit
Gast wow, verrek, ze kennen mijn, en fluit,
Maar in het donker weer se oge sluit,
Het met se tollie doet totdat het vloeit,
Close in de bosjes blaast zijn faja klacht.
Geertrui Maks
ze klitten in bedompte roversholen
en bezigen de liederlijkste taal
hun normbesef is nul of marginaal
ze dragen messen, erger zelfs … pistolen
ze slapen in de goten en riolen
ik noem hun trek naar hier catastrofaal
noem mij maar dom of rechts en radicaal
ik haat die lui als hondenpoep aan zolen
je ziet ze vaak in kroegen samenscholen
ze stelen en ze maken veel kabaal
zo’n meldpunt is voor burgers ideaal
door mij van ganser harte aanbevolen
ga maar terug, naar Walcheren of Tholen
die Zeeuwenoverlast is niet normaal
„Já toho pontiaca nejspíš koupim así,
Na haubnu žraloči zuby a nastřikám ho načerno,
Říkat mu budu třeba Čelisti krásy,
Musí mít nový gumy, v tom jsme zajedno,
Vezmu ty s bílým tandem, to bude fakt terno”
Povídám svý holce: „Co ty na to pusinko?"
A ona hned kýve, a ne malinko.
Nejdřív, že se mrknem kolík žere.
Ale závodní okruh nikde po ruce,
Na malý vzdálenosti to hodně bere,
Tak nás čekala — jak jinak — dálnice.
„Zkusím dohonit toho golfa na dvojce.
Motor dostane zahulit, frajerko-.”
A ona hned kýve, a ne malinko
Jenže golf začal uhánět jak štvana zvěř,
Ve spáncích mi krev bublá
Už jsem ho málem měl, to mi věř,
Ale motor že sebe víc nevydá,
„Takovej golf to je nuda, kočinko."
A ona na to kývla, a ne malinko.
Sakra, vtom vidím modrej maják
A v něm chlápek, co chrání bezpečnost.
„Milej pane, ten váš bourák.
Patří do šrotu, a za svou hazardnost
Dostanete flastr, čeká vás lapák,
A vás odvezu domů, slečinko."
A ona na to kývla, a ne malinko.