Hoewel we het normaal helemaal niet hebben op 'vrije dichters', maken we voor Simon Vinkenoog graag een uitzondering. Zoals je ongetwijfeld weet, is zijn rechterbeen onlangs geamputeerd. Op het hoofdkantoor lezen we dagelijks het laatste nieuws op zijn site. Het is voor zwaarmoedige light-versedichters bijzonder vreemd om te zien hoe ongeloofelijk positief hij met de amputatie omgaat.
Vanochtend haalden we op het hoofdkantoor met een flinke zak Skunk en een mooie blok rode Libanon herinneringen aan Vinkenoog op. Zo herrinnerde een van onze redacteuren zich zijn gulheid toen er iets voor het goede doel georganiseerd werd. Een ander vertelde glimlachend dat hij door Vinkenoog ooit bij een wedstrijd de grootste dichter van de avond was genoemd. De overige redactieleden knikten instemmend, ook zij hadden dit weleens meegemaakt. 'En toen bij die Red de Paddo demonstratie, toen ging hij ook helemaal los,' juicht een aspirant-redactielid opgewonden. En wat te denken van die ene keer, toen... Inderdaad, het bleef nog lang een ongeloofelijk mooie dag.
Fourth of July, how sweet it sounds, As every year it rolls around. It brings active joy to boy and man, This glorious day throughout our land.
We hail this day with joy and pride, And speak of our forefathers who died; Who fought for liberty in days of yore, And drove the British from our shore.
We, as descendants of that race, Should not now our land disgrace. Arise, freeman, arise once more, Be earnest as in the days of yore.
Je weet het vast nog wel, een tijdje terug organiseerden we de veertiendaagse ollekebollekeweek, naar aanleiding van de ollekebollekewedstrijd die boekhandel Ongerijmd organiseerde, naar aanleiding van de verschijning van het boek Zeslettergrepigheid, het boek dat Cees van der Pluijm samenstelde uit de ollekebollekes van Drs. P. Nu zijn onze collega's van De gevulde pastinaak (Uw levendige internetplek voor scherpzinnige en technisch hoogstaande light-verse poëzie, geschreven door auteurs met hilarische namen.) ook met een ollekebollekeweek begonnen. Laten we er het beste maar van hopen. Dat er in elk geval geen vijflettergrepige woorden met de klemtoon op de tweede lettergreep in regel zes staan...
Nur Naseweisheit ist es, Freuds Gedanken Quacksalberei! Es ist ein Jammer für die Geisteskranken Quacksalberei! Das er doch einen Lehrstuhl kriegt! Die Therapie die wirkt ja nicht Man muß mit so 'nem Typ wohl zanken Quacksalberei!
Ich kann mir manche Beute hier gewinnen Im Schwarzen Wald Ich spüre einen starken Drang von innen Im Schwarzen Wald Der Pilger und sein Pilgerstab Der Kaufmann der sich übergab: Man hört das Opferblut nicht rinnen Im Schwarzen Wald
Ich bin der Gast, ich bin dazu gezwungen Erbarme mich! Und reden soll ich! Das ist nicht gelungen Erbarme mich! Schon roh gefoltert blieb ich still Wo ich doch gerne reden will Warum ziehen die erst die Zungen! Erbarme mich! Die Henker foltern ohne Ziel Erbarme mich!
Ich weiß ja schon; ich bin zu weit gegangen Es tut mir leid Die Sehnsucht war zu stark und das Verlangen Es tut mir leid Jetzt seufze ich im dunklen Knast Ach! Hätt' ich besser aufgepaßt! Ich bin allein mit meinen Bangen Es tut mir leid
Mein Leben nimmt jetzt eine neue Wende Im Hospital Da draußen wartet mir der Krieg Mit Tatendrang und Sturm und Sieg Es gibt kein ehrenvolles Ende Im Hospital
Come all you friends and critics, And listen to my song, A word I will say to you, It will not take me long, The people talks about me, They've nothing else to do But to criticise their neighbors, And they have me now in view.
Perhaps they talk for meanness, And perhaps it is in jest, If they leave out their freeness It would suit me now the best, To keep the good old maxim I find it hard to do, That is to do to others As you wish them do to you.
Perhaps you've read the papers Containing my interview; I hope you kind good people Will not believe it true. Some Editors of the papers They thought it would be wise To write a column about me, So they filled it up with lies.
The papers have ridiculed me A year and a half or more. Such slander as the interview I never read before. Some reporters and editors Are versed in telling lies. Others it seems are willing To let industry rise.
The people of good judgment Will read the papers through, And not rely on its truth Without a candid view. My first attempt at literature Is the "Sweet Singer" by name, I wrote that book without a thought Of the future, or of fame.
Dear Friends, I write for money, With a kind heart and hand, I wish to make no Enemies Throughout my native land. Kind friends, now I close my rhyme, And lay my pen aside, Between me and my critics I leave you to decide.
Praise the spells and bless the charms, I found April in my arms. April golden, April cloudy, Gracious, cruel, tender, rowdy; April soft in flowered languor, April cold with sudden anger, Ever changing, ever true -- I love April, I love you.
When I first put this uniform on, I said, as I looked in the glass, "It's one to a million That any civilian My figure and form will surpass. Gold lace has a charm for the fair, And I've plenty of that, and to spare, While a lover's professions, When uttered in Hessians, Are eloquent everywhere!" A fact that I counted upon, When I first put this uniform on!
I said, when I first put it on, "It is plain to the veriest dunce That every beauty Will feel it her duty To yield to its glamour at once. They will see that I'm freely gold-laced In a uniform handsome and chaste" - But the peripatetics Of long-haired aesthetics, Are very much more to their taste - Which I never counted upon When I first put this uniform on!
Een populaire, humoristische dichtvorm van Engelse oorsprong, behorend tot het genre van light verse.
De limerick werd in 1911 in Nederland geintroduceerd door Ko Doncker. De ontstaansgeschiedenis is uitvoerig beschreven in Versvormen. Leesbaar handboek van Drs. P .
In de eerste regel wordt vaak een persoon of dier geïntroduceerd met een plaatsnaam (Limerick is de naam van zowel een plaats als een graafschap) die meestal gekozen wordt vanwege het rijm. De plaatsnaam is niet verplicht. Voorts heeft een limerick een komische of dubbelzinnige inhoud. De laatste regel vormt de clou.
De limerick heeft meestal als rijmschema a a b b a, telt vijf regels met een vrij strak metrum: twee regels met drie amfibrachen, twee regels met een amfibrachys en een jambe, en afgesloten door weer een regel met drie amfibrachen. Ook de limerick in anapest komt voor.
Twee grauw geconserveerde mensenwrakken. Als zij de beide kopjes thee inschenkt, met laffe lauwe melk wat aangelengd, laat zij, ontdaan van hoop, haar kinnen zakken.
Hij denkt ondanks haar smakeloze smakken aan vroeger met een beetje nu vermengd en glimlacht in de verte als hij denkt aan hoe de dood hem spoedig in zal pakken.
Dan wordt hij wreed weer terug in nu gezet. Het vals gesnerp dat hij zo zeer verfoeit, maakt bruusk een einde aan zijn binnenpret.
“Ik zeg zo vaak: ‘Gebruik toch een servet!’ Kijk nou toch hoe je weer eens hebt geknoeid! Dat overhemd dat heb je nog maar net!"