een houtwormstel uit Valthermond liep samen in een bouwmarkt rond de keuze was al snel gemaakt omdat Noors grenen lekker smaakt dat klussen werd een grote flop het hout was onderweg al op
Hij zag een grens met prikkeldraad En floot een lied als stil protest De zwerm zong mee, een klein orkest De wind verwaaide het refrein Het vloog van Oost naar West-Berlijn
Een bij die acteur was uit Deelen Zei: Hollywood gaat mij vervelen Mijn werk heeft geen zin Ik blijf maar stand-in En mag hier slechts bij-rollen spelen
De wereld wordt geteisterd door solisten die zwakken en behoeftigen verdrieten. We moesten ons al hoeden voor Trumpisten, wat staat ons nog te wachten van Muskieten?
De Parmaham is schreeuwend duur Dat komt door varkenspest Die crisis in de conjunctuur Wordt steeds meer manifest Salami, coppa of guanciale, Is wat ik meestal nam Maar al wat ik nog kan betalen Is Lidl-schouderham
Zelfredzaamheid wordt nu gepropageerd. Weet u in noodgevallen wat te doen? Hebt u nog brandhout en een noodrantsoen voor als u wekenlang in huis kampeert?
Ook mij is deze noodzaak niet ontgaan: ik kocht een wintervoorraad boeken aan.
Zijn kleinzoontje geeft weer een pass met gevoel Een doelpunt. De ouders, gejuich en gejoel Bij hem heeft een schokje zijn been licht bewogen
Zo heeft hij daar alle supporters bedrogen Want dat hij die knikker liefst zelf had geraakt En daarmee de winnende goal had gemaakt Dat zag je alleen aan het kind in zijn ogen
Jong grut en alle vier ADHD’er, als ik wil dichten, krijst er wel een uk. Ik word steeds minder schrijver, meer corveeër, nooit tien minuten werken aan één stuk.
Hoe moet ik omgaan met mijn deadlinejuk? Ik heb geen heidehut, geen onderzeeër, ik ben verdorie vader, geen ME’er, op welke leeftijd worden ze gedweeër?
Gedoe in plaats van dichterlijk geluk: de eerste, tweede, derde, vierde druk.
Haar knappe snoet, de tanden hagelwit. Haar kersenrode lippen en haar haren. Haar ogen waar ik in moet blijven staren. En dan die borsten, ongekend van snit.
Haar gulle lach, haar sierlijke gebaren. Hoe zij beweegt, wat zit zij vol met pit! Wat nu? O lieve, goede God ik bid dat U mij tot haar minnaar wilt verklaren.
Nu opent zij haar mond, ik hoor haar stem. Is zij nou schor of zit een stemband klem? Zij lijkt zo net een oude koffiemolen, een knarsend wiel, een schuivend vrachtje kolen. Die aanslag op mijn oren brengt verdriet. Och Heer, verhoor mijn bede toch maar niet.
Er is er steeds één die met Kerstmis Bepaalt welk gerecht het perverst is Een gast zoals Kees Want Kees eet geen vlees Die eet principieel slechts een gerstdis
Is de zin die Twan Vet bedacht heeft voor de 29e Willem Wilmink Dichtwedstrijd. De gastdichter van 2024, Rosa Schogt, heeft Twan gevraagd als gastdichter voor 2025.
De bedachte regel moet er letterlijk en ongewijzigd in voor komen, in het begin, aan het eind, of ergens middenin. Bovendien mag de zin niet enkel als titel worden toegepast, maar deze moet onderdeel zijn van het gedicht. Er kan slechts één gedicht ingezonden worden.
U kunt dit tot en met zondag 2 maart 2025 sturen naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of Bibliotheek Almelo, Postbus 189, 7600 AD Almelo.
Door het insturen van een gedicht geeft u toestemming tot publicatie of voordracht tijdens de prijsuitreiking.
De feestelijke prijsuitreiking vindt plaats op zondag 16 maart om 15.00 uur in ons Leescafé Feijn Lunchen & Lezen.
Over Twan Vet
Twan Vet (Seoul, 1998) schrijft poëzie, proza en liedteksten. Zijn gedichten verschenen in literaire tijdschriften zoals Hollands Maandblad, Het Liegend Konijn en Revisor. Ook schrijft hij voor cabaret en theater en leest hij zijn werk voor op podia en literaire festivals zoals Crossing Border en Dichters in de Prinsentuin. Van 2021 tot 2024 was Vet stadsdichter van Amersfoort. De komende jaren werkt hij aan meerdere boeken bij uitgeverij De Bezige Bij. In juni 2025 verschijnt zijn poëziedebuut.
We zoeven allen van de berg omlaag En op een dag (dat geldt ook voor ons allen) Dan zullen wij al dalend pijnlijk vallen.
Dat kan al morgen zijn of zelfs vandaag.
De tijd gaat slechts in schijn soms even traag Om daarna weer full speed vooruit te knallen, Een blinde haast die levens kan vergallen. Waarom? Dat is geen relevante vraag.
Geen herder die ons door het leven leidt. Een god die ons beschermen kan, een heiland, Is slechts wat men geloven wil, geen feit.
Er is voor ieder op dit ondermaanse eiland Niet meer dan de hem toegemeten tijd En die bleek plots voorbij voor Wouter Weylandt.