Nu vrede kwetsbaar blijkt, na tachtig jaar Want grimmig eigen volk staat juichend klaar Waar vreemdelingenhaat de kop opsteekt
Ons vrijheidsideaal is broos, verweekt Door haat en machtsbelustheid in gevaar Nu, met de sluwheid van de huichelaar, De demagoog zijn bruine heilsleer preekt
Verdraagzaamheid, een kwart eeuw al verbeeld In dit unieke monument, verbindt Met liefde en begrip, wat mensen deelt
Erken elkanders pijn, vergeef, hervind Het medicijn dat ook jouw wonden heelt: De vreugde van je ongerepte kind
Frits Criens Stadsdichter gemeente Leudal Bij het Monument van Verdraagzaamheid, 13 november 2025
Zij ging naar Utrecht, hij kwam daar vandaan Zij zwaaiden en dat was hun daaglijks spel Hij wierp een kushand, maar dat moest dan snel Zo'n trein blijft immers ook niet eeuwig staan
Hun blije lach was vluchtig, steeds spontaan Toch liep het spaak met dit verliefde stel Want op een dag kwam zij niet op appel Vermoedelijk had zij een nieuwe baan
Het is dus uit, zo was zijn constatering Want ja, zo gaat dat bij woon-werkverkering
Of Jan naar Parijs kan hangt af van zijn reisplan Het liefst zou hij gaan in een motor met zijspan Maar Maarten heeft regels en dus Besluit hij bewust voor de bus Een steengoede limorick, hier met die prijs man!
De redactie feliciteert Peter van der Vlis met zijn eerste plaats in afbakwedstrijd 78. In deze limorick (een verlengde limerick) nam hij alvast een voorschot op de overwinning. Dat kon de jury wel waarderen, maar de winst is vooral te danken aan de fraaie dubbelrijmen.
Nationaal Archief, CC0 Fotograaf: Willem van de Poll
'De koerschef, ploegbaas, vlagman en soigneur Zijn pet!', zegt Henk verbitterd in mineur Han zegt: 'Zo word je nooit een meesterknecht Als jíj de schuld steeds bij een
Een mug die gisteren te Schagen Met bruut geweld werd doodgeslagen Bleef achter op de onheilsplek Als grote vieze rode vlek Mijn raad voor wie vaak muggen doodt: Verf vooraf al uw muren rood
Het schrijven stemt mijn tere ziel weemoedig, een duister gif doordrenkt mijn hersenpan van onvervuld verlangen zo rampspoedig dat alles baadt in tranen, overvloedig omdat ik wéér geen clou verzinnen kan.
Een mol constateerde in Zandvoort aan Zee: wat is het toch heerlijk, een vrouw in je leven. Om dat te waarderen, wou hij haar iets geven, maar geen chocola of een ander cliché.
Uiteindelijk kreeg hij een gouden idee, waarvoor hij het vuur uit de sloffen zou lopen. Dit ging haar plezieren, zo mocht hij wel hopen: een huisgemaakt zeventiengangendiner.
Een mees sprak laatst in Eynderhoof: 'Descartes is niet mijn filosoof. Hij zegt: "Ik denk," en "dus ik ben." 'Ik zeg dan kritisch: "Ja? Nou en!" 'De waarheid, denk ik, is zo simpel. Gewoon: "Ik ben" en "dus ik pimpel."
De actualiteit, ach mens, wat kan het jou nog schelen Je zit je in de krant al na drie koppen te vervelen Het oude nieuws ligt in de digitale kattenbak Of eindeloos op facebook en op insta door te telen
Een jeugdig schaap uit Istanboel zat lallend in zijn luie stoel en kon het na glas vijf niet laten om over ’t AZC te blaten: ‘Wanneer je lam bent voelt asiel in Holland doorgaans onstabiel.’
Een lobberfop is een combinatie van een lobbertang en een Trijntje Fop.
Bij een lobbertang zijn het eerste en laatste rijmwoord anagrammen. De tussenliggende rijmwoorden bevatten uitsluitend letters van het eerste rijmwoord.
Een Trijntje Fop is een dierengedicht. Deze rijmvorm is verzonnen en groot gemaakt door Kees Stip.
Deelnemers aan Lichtvoetig sturen 3 gedichten in. De jury selecteert in eerste instantie de gedichten voor de bundel. Dit jaar zijn van 15 dichters alle 3 gedichten opgenomen. Uiteraard vallen de 8 genomineerden in deze categorie. In de groep niet-genomineerden met 3 gedichten zijn 3 HVV'ers: JW Goedhart, Arjan Keene en Niels Blomberg. Eén dichter staat met 2 gedichten in de bundel: Piety de Jong, waarvan ik vermoed dat het om dezelfde gaat als Piety Veenema. Tot slot zijn er 5 dichters met één gedicht in de bundel, waaronder Paul Vandermeersch.
Ik weet niet of Piety de bundel gezien heeft, maar haar wacht een aardige verrassing op de omslag: Tekenaar Johann Krol heeft een fragment van haar verwerkt en wel uit het volgende gedicht:
GEEN VOORINGENOMENHEID
Je mag eenvoudig zijn zoals je bent Met al je grappen, grillen, jouw gebreken Je weet dat alles went, maar niet een vent? Yvonne Kroonenberg beschreef z'n streken.
Nu alle gekheid op stiletto-hakjes Van mij vooral iets fleurigs expressiefs Wij passen niet in voorgevormde vakjes Diversiteit. Het vrije perspectief!
*een beetje geïnspireerd door de verhalen van Yvonne Kroonenberg, zoals: "Alles went, behalve een vent" en "Het zit op de bank en het zapt."
Piety de Jong
Dit is de omslag van Johann Krol. Wie nieuwsgierig is naar de inhoud moet contact opnemen met info[at]taalpodiumstem.nl
Geschreven door Het Vrije Vers / Maarten van Petersen
Bij zijn tweede optreden in Emmen is Maarten van Petersen wederom in de prijzen gevallen. Uw redacteur was bijzonder gecharmeerd van onderstaande sonnettine: de clou lijkt voor de hand te liggen, maar kwam toch totaal onverwacht. Dat komt mede door de opbouw met het ontroerende en herkenbare begin. De afbeelding is aangeleverd door de dichter zelf.
Inmiddels zijn er ook foto's van de optredens op de voorpagina van STEM, Stichting Taalpodium Emmen. Scrol iets naar beneden tot er vier foto's op een rij verschijnen vlak boven de tekst Hier vindt u de finalisten!. Als er boven die tekst drie knipperende puntjes staan, dan is enig geduld vereist. Als u - zoals uw redacteur - niet gezegend bent met geduld, dan kan een druk op de knop F5 nog wel eens helpen.
IJs in de Efteling
De Efteling was één groot wonderland Ik was een jaar of vier en liep te stralen Betoverd door het sprookjesbos te dwalen Door kinderlijke blijdschap overmand
Dat superdagje werd nog mooier want Ik mocht als 'grote vent' zelf ijsjes halen En kreeg 10 gulden mee om te betalen Trots liep ik met dat tientje in mijn hand
Helaas, dat briefje kwam nooit bij het ijs Want onderweg riep holle bolle Gijs