Ze zeiden: 'ja, wij gaan het zeker halen Wij zijn beslist de besten in de bergen' Die bergbeklimmers wisten van geen falen Ze zeiden: 'Ja, wij gaan het zeker halen!'
Ze vielen in de diepte bij het dalen Dat zou het reddingsteam geen moeite vergen Ze zeiden: 'ja, wij gaan ze zeker halen Wij zijn beslist de besten in het bergen'
's Morgens een blik in de badkamerspiegel Kíjk nou toch wat voor een leven ik leid Dat ik tot laat nog op Instagram priegel Maakt me op school weer de hele dag kriegel Eigentijds typische slaapgebrekmeid
Dat ‘palindroom’ zich nu juist níet laat keren, is iets wat mij al vele jaren stoort. Waarom is dit niet zelf een omkeerwoord? Ik kan dit naamgeefkundig niet waarderen.
De aard van dit begrip is draaibaarheid, vandaar dat ik hier ferm voor ‘draaiaard’ pleit.
Wie zijn bepalend voor mijn levensloop? Misschien degenen die mijn leven sturen: familie, goede vrienden, naar ik hoop. Wie zijn bepalend voor mijn levensloop? Wie maakt je humanist of xenofoob? Of heb ik mijn karakter van nature? Wie zijn bepalend voor mijn levensloop? Misschien de genen die mijn leven sturen.
Wat betekenen onze namen? Het antwoord op die vraag is vaak te vinden in onze dialecten. Het Limburgs blijkt een rijke informatiebron. In dit geval het Woordenboek Heels - Nederlands van Léon Janssen.
Limburgse woordenschat! Eerste betekenis Trump staat voor kerkklok De kleinste van al
Onlangs aan toegevoegd: Duizelingwekkende Sprekende galmklok Vol heilloos gebral
Ze stap-ten stee-vig door het wit-te land De fer-me jong-ens. En de kan zei ´kloek!´ Ze droe-gen klomp-jes en een war-me broek Zo lie-pen Daan en Dik-kie hand in hand
Het huisje in de sneeuw - het klinkt charmant Ik heb mij echter al die tijd vergist Want W.G. van de Hulst blijkt een racist ´Een witte mantel…´ ziet u het verband?
Ik cancel Van de Hulst en zijn roman Het kan nu echt niet meer, die Kloek Kloeks Kan
Koolrabi, snijbiet, winterpostelein Zijn zaken die niet weg te krijgen zijn Zelfs rijmen op dit spul is een gedoente Ik wil het hele maal vergeten, groente
We gingen naar het circus in Carré. Mijn vader smoesde wat bij het loket, waarna we prompt opzij werden gezet. Wellicht had hij te weinig centen mee?
Een heer, zwaarwegend, maakte zijn entree. Kneep in mijn wangen, lachte, wenkte met zijn hand. Een man in rood livrei met pet kwam aanlopen, zijn pak vol goud lamé.
Hij opende de erelogedeuren: wij waren hier het hooggeëerd publiek. De wangenknijper bleek de directeur en
mijn opa was tot vrijkaartjes in staat.
Uit de orkestbak schalde zijn muziek, de circuspaarden dansten op zijn maat.
Patty was van plan een biografie in sonnetten over haar opa Ben Geijsel te publiceren.
SCHREEF ZELF ZIJN EIGEN TRIJNTJE FOP HET WAS EEN PRIMA VERS GEWORDEN OOK METRISCH WAS HET DIK IN ORDE JE ZAG GEEN MELK- NOCH MODDERSPETTERS ALLEEN HELAAS... DIE KOEIENLETTERS
En zit! En zit! En zit nou alsjeblieft! En lig! En lig! En anders opgetieft! Mijn oude hond was toch een stuk meegaander Maar deze, tja... dat is een Duitse Staander
de staatsgreep is mislukt, de jeugd gaat af geboeid door onverschrokken oude helden die het zo lang (te lang!) moesten ontgelden de oproerkraaiers wacht een zware straf
ze groeven door de coup hun eigen graf en ploeteren nu als tewerkgestelden hoor het gejuich der nutteloos gekwelden het trotse koren is ontdaan van kaf
de jonkies moeten voor het ergste vrezen de toorn van God, de beul, een volksgericht maar erger nog dan werkstraf of gesticht onthul ik nu al huiverend bij dezen
ze zullen alle dagen moeten lezen uit werken van de dichter Daan de Ligt