Wanneer ik op verjaarsvisite ga
hoor ik een kamer vol met hen die klagen.
Het blijkt voor bijna niemand te verdragen:
een oude moeder of een sleetse pa.
Zo’n vader wandelt in zijn blote kont
en ma heeft steeds haar slipje vol gescheten;
het oordeel van ‘t gezelschap volgt terstond:
~In een tehuis~ en dan de zaak vergeten.
Ik heb misschien voorlopig nog geen last,
toch bid ik U op voorhand maar alvast
dat U mij in Uw Huis wilt laten wonen,
zodra ik die symptomen ga vertonen.