Het lijkt wel op een stad met oude straten
En vaag bekende stegen, slecht verlicht,
Waar tegels met vergeten regels praten
In strofen uit een repeteergedicht.
Waar tegels met vergeten regels praten
Zie je in alles alzheimer en jicht.
In alle hoeken zie je nieuwe gaten
En hoor je klanken uit een gek gesticht.
In alle hoeken zie je nieuwe gaten
Plus het genot van soortelijk gewicht,
Waar tegels met vergeten regels praten
In strofen uit een repeteergedicht.
De stank en dat verdomde carillon!
Maar soms ontsnapt er lucht uit de ballon.
(laatste twee regels uit Komrij's 'Gedicht zonder Dom')