eisinga
 
In Franeker staat een statig huis,
daar woonde ooit een slimme man.
Al had die man, zo slim hij was,
zo op het oog een heel dom plan.
Hij boorde gaten in 't plafond
en sleuven zomaar in het rond.
Kolder, dacht men in de stad,
maar hij vertimmerde de hele zolder.
 
En wat je daar nog altijd ziet?
De aarde, maan, de zon en de planeten.
Want zomaar was het zeker niet:
de man had het heelal gemeten.
Alles beweegt, op schaal en in hun baan,
tot op het uur precies zie je ze gaan.
(Uhm, voordat je thuis nu ook gaat zagen,
toch eerst maar aan je ouders vragen.)
 
Dit gedicht staat in DICHTER. nr 17, uitg. Plint, thema de vernieuwde geschiedeniscanon.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Ballade van den republikein




 

Jawel mijnheer, ik wil een republiek!
Iets wat ik deel met échte democraten
Weg met die halvegare koningskliek
Al die Oranje-Nassau-staatspiraten
Waarvan je nooit wist waar hun handen zaten:
Hun jachtlust gold de vrouwen en het zwijn
(Uit paarzucht, denk maar niet dat ze die aten)
Daarom mijnheer, ben ik republikein!

Je krijgt van heel die clan toch een koliek!
Neem Bernhard, ooit de trots van zijn soldaten
Als één woord hem niet paste is het ‘chic’
Hij heeft een stroom van bastaards nagelaten
En ook zijn graaizucht liep zó in de gaten
Dat ieder ander zwaar gestraft zou zijn:
Maar hij moest slechts in burger door de straten
Daarom mijnheer, ben ik republikein!

De hele bende is ook zwaar mystiek
De een staat zwevend met een boom te praten
De ander met een rare UFO-freak
Of met de vreemdste aardstraalkastfanaten
Je vraagt je af, zijn dit wel echt primaten
Je vindt iets met zo’n protoplasmabrein
Zelfs in geen berggehucht in de Karpaten
Daarom mijnheer, ben ik republikein!

O god, ik raak hiervan in alle staten!
Mijn bloed kookt woest van woede en venijn
Een goed excuus voor drank en opiaten:
Daarom mijnheer, ben ik republikein!


(Met dank aan Anton van Duinkerken)