Het slome stadje waar ik ben geboren,
kent in de Molenweg zijn sloomste straat.
Zelf was ik ook vrij sloom, en inderdaad:
de Molenweg, daar leek ik thuis te horen.
Maar God had kleine Robbie aangepraat,
dat in de straat een kind was uitverkoren
om ooit tot 's lands elite te behoren.
Die wetenschap genas mijn spleen probaat.
De jaren kwamen en de goden gingen,
Maar God's belofte liet zich niet verdringen.
Toen kwam Hij terug en brak de laatste halm.
Het nieuwe kabinet was aangetreden.
Daar stond hij, één der prominentste leden:
die jongen van de buren, Gerrit Zalm.
Nummer drie in de Autobiografische sonnettenwedstrijd