Geschreven ter gelegenheid van de aanvaarding van de Theo Thijssen-prijs 2009.
Zeg, lieve schaap Veronica, ik wil u iets vertellen:
ik heb de Theo Thijssen-prijs gewonnen! Wist u dat?
Het stond met koeienletters in ’t Parool en de Libelle,
omdat uw moeder zaliger die prijs ook heeft gehad.
Toen heette die heel anders en ze kreeg ook minder centen,
maar ’t is nog steeds dezelfde, van de Stichting P. C. Hooft.
Ik krijg hem voor mijn tomeloze inzet en talenten.
U kunt het ze gaan vragen, hoor, als u mij niet gelooft.
O nee, ’t is niet de hoofdprijs, nee, dat heeft u fout gelezen.
Ik schreef de stichting Hooft, dat is iets deftigs in Den Haag.
Ze hebben mij een oeuvreprijs voor boeken toegewezen
en of ik wou aanvaarden. Nou, natuurlijk, zei ik, graag!
Nu moet ik in september in een nette broek verschijnen.
Dan zit ik met een strik om op een feeststoel in de zaal.
Wat ik nou graag zou willen is dat u erbij kunt zijn en
dat wij een glaasje drinken op uw moeder, allemaal!
Ach, kunt u niet? De dames Groen zijn beide zwaar verkouden?
De dominee is misselijk en u heeft allergie?
Natuurlijk snap ik dat u dan het bed zult moet houden.
Ik wens u heel veel beterschap en ook de andere drie.
Ik stuur u wijn en whisky en een flesje aquavit,
dan drinkt u toch gezellig thúís op Annie M. G. Schmidt?