Mijn god, mijn god, wat voel ik mij verlaten
Ik weet hier heg noch steg, waar moet ik heen?
Die hele Via loop ik zielsalleen
En niemand om wat Aramees te praten
Hoezeer ik vraag – wie wil mij begeleiden
De lange weg van hof naar Golgotha –
Met vloekt mij uit en wijst mij lachend na
Een paria, een christenhond, een heiden
Wie helpt mij om het zware kruis te dragen
Noch Simon noch Veronica staan klaar
Wel marktlui in een schreeuwende bazaar
Die voor hun diensten zilverlingen vragen
Wat ik ook vraag; er wordt luidkeels gezwegen
Het wordt weer tijd het tempelplein te vegen