Hij meldde zich als maatje op een schip
en vocht al vroeg voor Engelsen en Fransen.
Dit lenig joch berekende zijn kansen,
klom onder Bestevaêr tot luit met stip.
Zijn kaperbrief was toen een rechtsbegrip,
het voeten spoelen min of meer usance;
hij liet een Hollands schipper tobbedansen
en bij terugkoop leegde men diens knip
De Texelslag, zijn grootste wapenfeit
bracht brood bij Franse hongerige monden.
Men sloeg hem ridder – zeemachtcommandant.
Voor Duinkerk een markering in de tijd.
Hij werd nog vele malen uitgezonden.
Een longontsteking zette hem aan land.