ganzenbord
Flickr
 
Als kind deed ik met moeder Ganzenbord
en meestal liet ze mij dan stiekem winnen.
Ik was verdacht gelukkig in het spel,
want steeds wist ze de regels te verdraaien.
 
Nu zit ze, omdat zij wat warrig wordt,
in een tehuis. Ik ga daar graag naar binnen.
Met mij een potje Ganzen wil ze wel,
al moet ze naar mijn voornaam meestal raaien.
 
De regels zijn niet uit haar hoofd verdwenen
elk vakje weet ze blindelings te staan.
Haar rekenkunst is wel voorgoed verloren.
 
Ze staat op vijfenvijftig, werpt de stenen.
Een vijf, een twee; ze kijkt me vragend aan.
“Kijk nou, je mag acht vakjes nu naar voren”
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

In den arena

vondel
Portret Vondel:  Philips Koninck (17de eeuw)
 
Des Hooftstadts schuttery kent binnenmuurse stryd.
Heer Steven heeft den maght, doch raeckt dien spoedigh quijt.
Heer Johan komt weldra, de held des morrend volks.
Heer Steven is bedught voor't scherp des zwaerds en dolcks.
Een slinkend aental is Heer Steven nog getrou;
Het zijn er nogh sleghts drie: twee mannen en een vrou.
Deez' reghelreghte ramp dient in den kiem gesmoord.
Wie stopt 's Heer Johans mars naar des Arenaes poort?
Men hoopt op Heer Louis, 's Heer Johans aertsrivael,
Bij vriend en volk vermaert om kloecke, klaere tael.
Dit duyvelsdwaze plan snydt bitter weynig hout 
Door Johans volck verguysd, verboden door de schout.
Heer Steven leit zigh daar met bloedent hardt bij neêr.
Vaarwel betonnen burght, verwaght een andren Heer!
Heer Steven treckt zich t'rug, aenvaerdt zijn droevigh lot.
Heer Johan neemt zijn plaats, hij is Der Keerlen God.
 
Met dit gedicht won Niels Blomberg in 2012 de Vondel-prijsvraag van Onze Taal. Dit winnende vers prijkt nu op de dbnl.