Wel een aardig versje van die Frank Fabian van Keeren natuurlijk, maar er staan toch een paar onaardige en onware regels in over ADO Den Haag-supporters. Daar moet ik wel op reageren:

Antwoord op ‘Seizoensstart’

‘Na elk verlies zal menig Hagenees
Het voetbal ouderwets discrediteren’
Dat noem ik ordinair discrimineren
Zo praten dronken lieden in cafés

En telkens als ik weer die onzin lees
Dan voel ik sterk de drang te reageren
Het Vrije Vers moet zulke rijmpjes weren
Want zij vervuilen hier de database

De Hagenees is kalm en zonder vrees
De stad telt louter zeer beschaafde heren
Die graag hun grote liefde zien presteren
Er dagen kansen in de titelrace

Dus beste dichter met de naam ‘Van Keeren’
Voor zulke versjes hebben wij wc‘s

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vanaf de bank

Ooit zat ik op een hobbelpaard en was ik indiaan
en werd mijn achterbuurt een bos zodra ik er doorheen sloop
Mijn hoofdtooi was een stuk papier, mijn boog was een banaan
En vriend noch vijand zag me gaan als ik van steen naar steen kroop

Dan maakte ik een brandweerwagen van mijn nieuwe fiets
en bluste met onzichtbaar water niet-bestaande branden
Ik vloog naar Pluto op een kleed, in alles zat wel iets
Het sufste ding wordt waardevol in creatieve handen

Toen kwam er plotseling een dag waarop ik niet meer speelde,
en trapte tegen dat wat eens mijn speelgoed was geweest
Een dag waarop ik me niet meer vermaakte, maar verveelde
Hoe meer mijn lichaam groeide, des te kleiner werd mijn geest

Nu hang ik op de bank en tel de vlekjes op de muren
en vraag me af wat er in al die jaren is gebeurd
Wanneer ik van een kind verwerd tot één van die figuren
die net als ieder ander bang binnen de lijntjes kleurt

Waar is de jongen die als kapitein de grootste zee
met slechts een mattenklopper en zijn bed bevaren kon?
Soms, als ik in de spiegel staar, dan vaar ik met hem mee,
dat joch dat niet bevreesd was
als de nieuwe dag begon..