arm Utrecht, grauwe stad beneden middelmaat
waar een van God verlaten toren staat

een tergend, stervend centrum, bijna doodverklaard
de duivel  loopt er traag een vloekend rondje om de kerk
je blinde schepper kreeg zijn loon op stinkend Galgenwaard

je bent de zweer en bochel van de Heuvelrug
vervuild museum van het lijden van de mensen
vol trieste stumpers die hun tranendal verwensen
zo onbeholpen, moedeloos en stug

een roestig knelpunt voor  verdwaalde sleetse treinen
de reiziger blijft angstig, doch verstandig, steeds aan boord
hij wil beslist niet in jouw stadswoestijn verdwijnen
bevreesd voor enge ziektes en voor moord
die dreigen in de aardse hel van Catharijne


Lees meer over het domsonnet

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Ode aan Dafne



Haar lenig lijf, haar lange sterke benen
Waarmee zij elke wedstrijd harder rent
Haar schijnbaar ongebreidelde talent
En drang om dag na dag weer hard te trainen

Als ik haar navel zie moet ik haast wenen
Omdat de aanblik daarvan nimmer went
En door de lach die Dafne naar mij zendt
Denk ik dat Venus in haar is verschenen

Ze is, dat moet wel, door een god gezonden
Want o, wat is haar lichaam fraai gebouwd
Alsof het voor de sprint is uitgevonden

Ze is slechts tweeëntwintig jaren oud
Maar rent reeds sneller dan in elf seconden
In Rio wint ze straks Olympisch goud