Geef mij een fiets of paard en wagen;
het snelverkeer is niets voor mij.
't Is niet gezellig, al dat jagen.
Quod erat demonstrandum: jij
kwam langs getuft (het leek geracet).
Ik zag je vaag, slechts van opzij.
Ach, was het maar iets meer geweest:
die glimp alleen al was een feest.