Een eikel valt, bereikt de grond
Waar hij tot bruin en zwart verkleurt
Zo maakt hij weer een cirkel rond
Iets wat straks niet met mij gebeurt
Ik, eikel, eindig zwart verkleurd
Straks in de harde koude grond
Wie in het stille woud beziet
Wat daar zoal aan schoonheid prijkt
Is iemand die vast ook geniet
Als hij een open graf bekijkt
Natuur is mooi zoals je ziet
Het is maar hoe je het bekijkt
Jaap van den Born
Natuur is voor eenvoudigen en zotten.
De fine fleur verkiest Jaaps botten.
(Maar mist dan wel, niet zonder spijt
Een zekere balorigheid.)