Beste Quirien,
Complimenten voor je fraaie ballade ‘Seizoensarbeiders’
op de voorpagina van 15 februari.
Ik zet voor het gemak nog eens de eerste strofe van je gedicht hieronder neer.
Ik woonde aan zo’n middenklasseplein
Zo’n plek waar oudjes stiekem naar je gluren
De huizen zijn niet groot, maar ook niet klein
Met naast me van die doodgewone buren
Geen partyanimals maar ook geen zure
Een biertje, goed, maar dan wel uit een glas
Zo’n mensen die hun eigen friet frituren
De buurt is echter niet meer wat ze was
Ik vraag me af of ik de enige ben die zich afvraagt hoe dat taalkundig
zit met dat begin van regel zeven? ‘Zo’n mensen’
Is dit wel juist? of wellicht Vlaams?, Quirien?..
(En eigenlijk denk ik ook dat het seizoenarbeiders (dus zonder s) moet zijn.)