Het trapsonnet: meer dan een woordgebaar De dichter smeedt de zinnen aan elkaar
Hij zoekt in menig woord- en rijmbestand Een druppel transpiratie siert de slapen Zijn uitgeknepen brein lijkt op fondant
De weke mond proeft hoe een rijmpaar klinkt Hier vindt de volta zijn geëerde wending Het vers is halverwege zijn vol-ending Een kleine traan wordt zachtjes weggepinkt
Hij schrijft hier door emoties overmand De pen is immer nog zijn grootste wapen Hij wikt en weegt de woorden op zijn hand
Hier toont zich de sonnettenkunstenaar Het trapsonnet is in een omzien klaar
Rijmschema: aa bcb deed bcb aa c en e vrouwelijk, rest mannelijk rijm, afwijken mag. Metrum: geen voorkeur, ik schrijf zelf het liefst in jambische pentameter. Kan op en neer worden gelezen.