Daar was e wuf die spon,
Daar was e wuf die spon, Al op een houten spinnewiel, Daar zat geen torteltje aan Vive la peperbusse, vive la spa, Tra – la – la – la, Gize – gaze – goeze Ron – flon – floe – ze, Tra – de – ra – de – ra Haar mutse stoeg verdraaid, Haar mutse stoeg verdraaid Gelijk een Hollands molentje Die met al windeke draait Vive la peperbusse … Dat wuf had e – nen zin Dat wuf had e – nen zin Als zij ’s morgens buiten kroop ’s Avonds kroop zij in Vive la peperbusse … Dat wuf had e – nen man Dat wuf had e – nen man Des zondags heet hij Pieter Des maandags heet hij Jan Vive la peperbusse … Daar was e wuf die spon. Kinderliedje opnieuw berijmd Er was er eens een dame die een spinnenwiel bezat Ze vond het heel niet erg dat het geen torteltje meer had Ze droeg altijd een hoedje en dat draaide op de wind Het leek haast wel zo’n molentje dat je in Holland vindt Ze was een vrolijk typetje en altijd blij van zin En stapte opgewekt uit bed en ging er zo weer in Ze had een bijdehante man die kwam haar goed van pas Des zondags heet hij Arie en op maandag heet hij Bas |