Dichter
Hij is de held van achterhaalde tijd
bedacht ik wat meewarig. Bij het lezen
van ’t laatste werk begreep ik tot mijn spijt:
Hij is de held van achterhaalde tijd.
Nu zag ik in de krant bij het ontbijt
dat het dus ook fysiek voorbij zou wezen,
hij is de held van achterhaalde tijd
bedacht ik wat meewarig bij het lezen.