Is hetvrijevers.nl elitair vroeg ik me af. Maar zou dat zo zijn, wat dan nog? Alsof mevr. Vasalis en Gerrit Komrij in de boekenkast van het gewone volk een plaats hebben. ( Ik las als klacht van Komrij dat Nederland een miljoen dichters heeft, maar dat zij zijn werk niet kopen).
Eerst een rechtzetting; “Een loodsmannetje die een haai begeleidde…”. Dat schreef ik. LOODSmanNETje , was het commentaar van Niels . Dat loodsmannetje is (terug) naar de haaien. Excuus aan Niels; vergeef me mijn weerbarstigheid, je hebt gewoon gelijk.
Niemand is verplicht rijm- en metrumvast te schrijven, maar voor wie dat wel doet, is er de prosodie, de versleer. Aan vaste dichtvormen worden eisen gesteld die in vele gevallen exact zijn omschreven. Daar voldoe je aan. Je kunt vaste vormen niet aan je eigen behoefte aanpassen. In feite geldt dat ook voor niet-vaste vormgedichten, ofwel gebonden gedichten. Als je geen alternatief kunt vinden voor het woord ‘loodsmannetje’ is de consequentie dat het schrijfsel vervalt. Als een woord niet in het metrum past bepaalt de klasse van de dichter wat er mee gebeurt.
En dat is mijn punt; Beeldende kunstenaars, zoals de grote kunstschilders uit onze historie, de mij onbekende beeldhouwers die standbeelden maakten van beroemde figuren, zo goed als zij hun vakmanschap benutten om kunstwerken te maken, zo goed moet de dichter zijn vaardigheid tonen in zijn werken. Geen standbeeld van Piet Heijn met een tekorte arm, geen stier van Potter met een kromme poot. Gewoon vakwerk. Ook voor de dichter.
“Het middel mag nooit het doel overschaduwen.”
Middel en doel dienen gelijkwaardig te zijn. Het doel van de wielrenner is de meet. Het middel is de fiets. Als het doel belangrijker is kan hij beter per auto reizen. Als het doel van de dichter belangrijker is dan de vorm kan hij beter vrije verzen gaan schrijven. Honderden dichters doen dat op dichterssites als Dichttalent, Schrijfzolder e.a.