Beste mededichters,
Het was bepaald niet makkelijk om een winnaar aan te wijzen voor afbakvers 26. Niet alleen qua kwantiteit, maar ook qua kwaliteit viel er veel te genieten. Na lezen en herlezen kwam ik tot een erecategorie, bestaande uit drie verzen, van Bart, Ben en Jaap. Het in de opdracht gestelde criterium ‘verrassende clou’ is hierbij leidinggevend geweest. Qua titels vond ik de gedachtespinsels over het algemeen minder spitsvondig.
Het gedicht van Bart muntte uit in originaliteit. Door een tweede vrouw in te brengen zorgt hij voor een grappige en onverwachte wending in het distichon:
Pure verwennerij
Voorzichtig peil ik ’s middags eerst haar stemming.
Mijn vragende gezicht, een stille wenk,
ze weet dat ik nooit aan iets anders denk,
wordt dit weer eens een avond zonder remming?
Dus sorry, schat, ik kom vandaag niet bij je
Want ik ga met mijn vrouw naar De Librije
Het distichon van Ben vond ik het meest poëtische van allemaal. Waar op het eerste gezicht een humoristische wending voor de hand lijkt te liggen, heeft Ben voor een liefdevolle draai gekozen:
Virtueel
Voorzichtig peil ik ’s middags eerst haar stemming.
Mijn vragende gezicht, een stille wenk,
ze weet dat ik nooit aan iets anders denk,
wordt dit weer eens een avond zonder remming?
We zijn complementair, wat nooit verveelt:
Ik vrij het liefste met mijn spiegelbeeld
Als winnaar van het fraaie drietal heb ik uiteindelijk voor het vers van Jaap gekozen. Ook zijn distichon is zeer verrassend. Naar mijn idee past het perfect bij de vier regels van de opdracht, waarbij de personificatie van het muziekinstrument een mooie stijlfiguur oplevert. Er ontstaat zo zelfs een dubbele betekenis van het woord ‘stemming’ in de beginregel.
Spannend
Voorzichtig peil ik ’s middags eerst haar stemming.
Mijn vragende gezicht, een stille wenk,
ze weet dat ik nooit aan iets anders denk,
wordt dit weer eens een avond zonder remming?
Ik streel haar hals, maar moet me toch vermannen
De A-snaar is nog veel te strak gespannen
Samenvattend: complimenten voor Bart en Ben, felicitaties voor Jaap. Aan hem dus de eer om het volgende afbakvers te bedenken.
Ten slotte laat ik nog even zien wat ik zelf bedacht had. Achteraf vind ik mijn eigen vondst wat bleekjes afsteken bij de bovengenoemde verzen …
Stille hoop
Voorzichtig peil ik ’s middags eerst haar stemming.
Mijn vragende gezicht, een stille wenk,
ze weet dat ik nooit aan iets anders denk,
wordt dit weer eens een avond zonder remming?
Ze lacht spontaan: ‘Ik gun je je pleziertje,
kijk jij maar lekker voetbal bij een biertje.’
Hartelijke groet,
Wim