Best deelnemers,
Afbakvers 45 heeft in totaal 14 inzendingen opgeleverd geschreven door 13 deelnemers. Ik heb genoten van een aantal prachtige en geslaagde exemplaren van de versvorm Vraag & antwoord. Daar ben ik zeer vereerd mee. Om uit te maken welk vers precies het beste zou zijn, blijft een kwestie van smaak en dat maakt een uitslag altijd discutabel. Gelukkig kan daarover niet in beroep worden gegaan. Verzen die niet aan de vormeisen voldeden, vielen af, hoe fraai sommige ook zijn. In het juryrapport hieronder staat een verslag van mijn indrukken.
Bart laat ons zitten met de vraag over welk oud ding hij het heeft. Het moet van metaal zijn, want het is roestig, maar je kunt er wel de hele dag mee lopen sleuren. Het distichon waarin conform de regels min of meer een antwoord op de vraag gegeven moet worden, blijft op de punt helaas in gebreke.
Paul, heeft het, als ik het goed begrijp, over een vrouw met de naam Jet. Misschien ook een opblaaspop. De uitwerking van de vraag spreekt me niet bijzonder aan en is in mijn ogen ver gezocht. En verder mis ik elk soort van antwoord op de vraag.
Niels verwerkt de vraag in een voor mij zeer herkenbaar probleem: maar moeilijk afscheid kunnen nemen van kleren die je graag draagt, ook al zijn ze wat versleten. Het smoesje daarvoor, het antwoord in het distichon, zit net zo lekker als het afgedragen kloffie.
Riet. De opbouw van vers klopt, de vraag wordt uitgewerkt en het ding blijkt al in r 4 een kan te zijn met dierbare herinneringen aan de jongste zus, de reden ook van het willen bewaren die tevens het antwoord op de vraag is. Dat antwoord had in het distichon pas moeten komen, maar wordt al gegeven in r 7.
Hendrikje promoveert Zeus tot de schepper van de Hof van Eden. De zondeval wordt veroorzaakt door het oude ding. Over welk zwevend oud ding het gaat, laat ze me in het ongewisse. Is het de appel uit r 9 die in r 4 tot moes mag worden gemaakt? Hoe valt dat te rijmen met 'verbranden' en 'kisten'? Ik kom er dus niet helemaal uit, misschien ook omdat een antwoord op de vraag ontbreekt.
Christian komt met een sterk vers. Het ding is een wonderlamp. Misschien had dat gegeven om de spanning erin te houden in r 4 nog even verzwegen moeten worden. (vervang het woord door bv. 'rariteit') Dan was de clou nog mooier en sterker geweest, want Aladin en de wonderlamp is een prachtige vondst. Helaas voldoet het vers niet aan de voorwaarden: er wordt geen antwoord, ook niet min of meer, op de vraag gegeven.
Nando laat in het midden over welk oud ding het gaat. Ik gok dat het om een huwelijkscadeau gaat waarmee iemand al jaren loopt te sleuren. Wat kan dat zijn? Ook de oorzaak van het Spaans benauwd zijn blijft in het ongewisse: angst voor de huwelijkspartner of angst om afscheid van het ding te nemen? Hoe dan ook, het vers voldoet niet aan de vormeisen. Een antwoord moet pas komen in het distichon, maar wordt al in r 7 en 8 min of meer prijsgegeven.
Louise brengt Jean Tingyely naar voren en spreekt van 'een hele toer met haar formaat'. Dan moet het welhaast om een Nana gaan, een van de grote vrouwenbeelden van Niki de Saint Phalle waarvan er ook een de cover van mijn laatste roman siert. Extra mooi dus, net als r 4: 'een ding met daar dan van die dingen an'.
Peter geeft in r 2 al aan dat we wel nieuwsgierig zullen zijn naar het oude ding. Maar hij verzwijgt wat het oude ding nou precies is. En verder is hij er niets mee van plan en laat hij het ding op zolder staan, een duidelijk antwoord. Hij gebruikt de versvorm heel origineel om de lezer bij de neus te nemen. Dat kun je op deze manier maar een keer doen.
John gaat terug naar de zondvloed en de ark van Noah. Mooi gevonden. Hij koppelt het verre verleden handig aan de huidige tijd van marktplaats. De relatie-man vrouw is in al die tijd niet veranderd, wat de clou wat minder origineel maakt in mijn ogen. Desondanks een gedicht dat staat.
Wim, heeft een origineel en verrassend antwoord op de vraag, die hij eerder goed heeft uitgewerkt. Het zit allemaal prima in elkaar.
Maarten stuurt 2 inzendingen. Lastig afscheid heeft als antwoord een verrassend slot, en is toch zo vanzelfsprekend, als je regel 7 goed leest.
Het loopt bij hem allemaal lekker en soepeltjes, ook in de tweede bijdrage die een opvallende en originele invalshoek heeft. Net als in gedicht 1 is de uitwerking met een vanzelfsprekend gemak neergezet en krijgt 'ding' een mooi gevonden betekenis.
Ben was de eerste inzender en ook de eerste die 'het ding' onbenoemd laat, terwijl we wel weten waarover het gaat. Sterk is dat hij in enkele regels de levensloop van het ding weet te schetsen. Dat het antwoord een antwoord is dat ons niks wijzer maakt is ook heel sterk.
De keuze was moeilijk. Ik heb uiteindelijk gekozen voor het tweede vers van Maarten omdat het woord 'ding' een totaal andere betekenis krijgt in een verder uitstekend uitgewerkt gedicht. Hoewel het antwoord niet letterlijk wordt gegeven, is het wel duidelijk.
Allen bedankt voor de bijdrage en Maarten proficiat.
c.a.
Frits