We gaan gelijk maar door met het samenwerksonnet. Immers zijn in deze week van het jaar de pennen warm bij ieder van ons. Ik heb het Sinterklaasrijmgebeuren al weer achter de rug. Maar ik wilde de Sint toch eens ten tonele voeren in een samenwerksonnet. Terug naar de basis, zeg maar. Maar dan wel op het ons zo bekende niveau. Ook moest er volgens mij aandacht besteed worden aan de mijlpaal die bereikt gaat worden, namelijk het vijfentwintigste sonnet. Dat bracht mij bij de volgende opzet:

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1)
3. (a,v,1)
4. (b.m,2)

5. (c,v,2)
6. (d.m.3)
7. (c,v,3)
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4)
10. (f.m.4)
11. (e,v,5)
12. (f,m,5)

13. (g,m/v,allen)
14. (g,m/v,allen)

Legenda: (b,v,1) (rijmuitgang, geslacht, deelnemer)

Ik wens een ieder veel plezier. Ik geef verder geen criteria; ik laat me verrassen. Maar als je toch van binnen aanvoelt dat voor jou winnen belangrijker is dan meedoen, dan geef ik een hint dat ik zelf wel eens gevoelig zou kunnen zijn voor een afsluiter die veel van de voorgaande aangedragen elementen kernachtig en verrassend afsluit.

Let the games begin!

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2)

5. (c,v,2)
6. (d.m.3)
7. (c,v,3)
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4)
10. (f.m.4)
11. (e,v,5)
12. (f,m,5)

13. (g,m/v,allen)
14. (g,m/v,allen)

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2) Het is toch anno nu wel heel apart

5. (c,v,2) Ik hoorde er Akwasi over spreken
6. (d.m.3)
7. (c,v,3)
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4)
10. (f.m.4)
11. (e,v,5)
12. (f,m,5)

13. (g,m/v,allen)
14. (g,m/v,allen)

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2) Het is toch anno nu wel heel apart

5. (c,v,2) Ik hoorde er Akwasi over spreken
6. (d.m.3) En daarna Geert; dus ja, gekissebis
7. (c,v,3) Gekibbel en elkaar de loef afsteken
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4)
10. (f.m.4)
11. (e,v,5)
12. (f,m,5)

13. (g,m/v,allen)
14. (g,m/v,allen)

Kom deze nog af voor 5 december? Ik wacht nog op een spannend vervolg.

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2) Het is toch anno nu wel heel apart

5. (c,v,2) Ik hoorde er Akwasi over spreken
6. (d.m.3) En daarna Geert; dus ja, gekissebis
7. (c,v,3) Gekibbel en elkaar de loef afsteken
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4) Slechts Stoute Bernhard zat van goud te dromen
10. (f.m.4) Hij zag wel handel in dat Pietenhuis
11. (e,v,5)
12. (f,m,5)

13. (g,m/v,allen)
14. (g,m/v,allen)

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2) Het is toch anno nu wel heel apart

5. (c,v,2) Ik hoorde er Akwasi over spreken
6. (d.m.3) En daarna Geert; dus ja, gekissebis
7. (c,v,3) Gekibbel en elkaar de loef afsteken
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4) Slechts Stoute Bernhard zat van goud te dromen
10. (f.m.4) Hij zag wel handel in dat Pietenhuis
11. (e,v,5) Door snel een pak contractjes klaar te stomen
12. (f,m,5) Verkreeg hij opstal, gronden, staf incluis

13. (g,m/v,allen) Akwasi, Geert, Hee kijk eens met je hart
14. (g,m/v,allen) Die witteboordencrimineel werkt zwart!

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2) Het is toch anno nu wel heel apart

5. (c,v,2) Ik hoorde er Akwasi over spreken
6. (d.m.3) En daarna Geert; dus ja, gekissebis
7. (c,v,3) Gekibbel en elkaar de loef afsteken
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4) Slechts Stoute Bernhard zat van goud te dromen
10. (f.m.4) Hij zag wel handel in dat Pietenhuis
11. (e,v,5) Door snel een pak contractjes klaar te stomen
12. (f,m,5) Verkreeg hij opstal, gronden, staf incluis

13. (g,m/v,allen) Piet moet de huur nu cash en zwart betalen:
14. (G,m/v,allen) ‘Die Bernhardtax gaan ze bij mij niet halen!’

1. (a,v) De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
2. (b,m,1) En alle knechten bleken retro-zwart
3. (a,v,1) Is dat een statement of een gunstig omen
4. (b.m,2) Het is toch anno nu wel heel apart

5. (c,v,2) Ik hoorde er Akwasi over spreken
6. (d.m.3) En daarna Geert; dus ja, gekissebis
7. (c,v,3) Gekibbel en elkaar de loef afsteken
8. (d,m) Vandaar dat spreken ook maar zilver is

9. (e.v.4) Slechts Stoute Bernhard zat van goud te dromen
10. (f.m.4) Hij zag wel handel in dat Pietenhuis
11. (e,v,5) Door snel een pak contractjes klaar te stomen
12. (f,m,5) Verkreeg hij opstal, gronden, staf incluis

13. (g,m/v,allen) Een bordje ‘AZC’ verscheen al vlug
14. (g,m/v,allen) Want zwarte Pieten willen niet terug

De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
En alle knechten bleken retro-zwart
Is dat een statement of een gunstig omen
Het is toch anno nu wel heel apart

Ik hoorde er Akwasi over spreken
En daarna Geert; dus ja, gekissebis
Gekibbel en elkaar de loef afsteken
Vandaar dat spreken ook maar zilver is

Slechts Stoute Bernhard zat van goud te dromen
Hij zag wel handel in dat Pietenhuis
Door snel een pak contractjes klaar te stomen
Verkreeg hij opstal, gronden, staf incluis

Voor straf nam Sint de Deugniet van Oranje
Gezwind mee, in een jutezak naar Spanje

De Sint en zijn gevolg zijn aangekomen
En alle knechten bleken retro-zwart
Is dat een statement of een gunstig omen
Het is toch anno nu wel heel apart

Ik hoorde er Akwasi over spreken
En daarna Geert; dus ja, gekissebis
Gekibbel en elkaar de loef afsteken
Vandaar dat spreken ook maar zilver is

Slechts Stoute Bernhard zat van goud te dromen
Hij zag wel handel in dat Pietenhuis
Door snel een pak contractjes klaar te stomen
Verkreeg hij opstal, gronden, staf incluis

Nog twintig uur; ik heb niet heel veel tijd
Verdikkeme, ik ben de plakband kwijt

Allereerst bedank ik Hendrikje voor de mogelijkheid die zij me heeft geboden om aan de achterkant van een samenwerksonnet te kijken. Wat een genot.

Was ik te sturend met de door mij opgegeven regels? Daar was ik wat bang voor. Ik had zelf al een bepaald idee waar het naar toe zou kunnen gaan met deze twee regels: een gezinsavondje met steken onder water in gedichten die maar beter verzwegen hadden kunnen worden.
Maar hier heb ik buiten de andere dichters gerekend! Frits zet meteen de boel op scherp en geeft een voorzet met de Pietendiscussie. Retro-zwart: een gouden vondst. Adjudant B pakt dit vervolgens keurig op, plaatst het nog meer op scherp, door de actualiteit er nadrukkelijk bij te halen en sorteert bovendien vakkundig voor op de reeds opgegeven regel 8. Hendrikje sleept Wilders er ook met de haren bij en gebruikt een paar prachtige eufemismen (gekibbel, gekissebis, loef afsteken). Toen werd ik wel heel benieuwd hoe de rest zou gaan. Hendrik dacht: tijd om mijn mond open te doen en openheid van zaken te geven, wat licht op duistere zaken laten schijnen. Terwijl iedereen aan het kibbelen is, komt er een verdacht personage opduiken. Ben zet dit duister personage volop in het kwade daglicht en sluit en passant de derde strofe af met een mysterieuze kwinkslag: duidt deze staf op de veredelde wandelstok van de Getabberde? Dat zal toch niet waar zijn? Of laat het koningshuis zich opnieuw in met slavernij door de Pieten als staf te confisqueren? Een subtiele verwijzing naar een zwarte bladzij in het vaderlands verleden.
Ben gaat op volle snelheid door en geeft ons veel om over na te denken in deze tijd van contemplatie en maakt het gedicht ook op een meesterlijke manier rond door bij het begin aan te sluiten. De lezer blijft zitten met de vraag: Wat is het eigenlijke van zwart? Als het op dit forum geen scheldwoord zou zijn, had ik het poëtisch kunnen noemen.
Adjudant B eindigt recht voor de raap: het moet maar eens zwart op wit gezegd worden hoe het er voor staat met de prins. Hoewel: is de slotregel een gedachte van Bernhard of is deze ook daadwerkelijk uitgesproken? Wat is hier goud en zilver? Ook Bart geeft dus de lezer een mooie gedachte mee: soms is spreken goud, omdat de waarheid ermee aan het licht komt. Ook hier lijkt het weer poëtisch te eindigen. Of ben ik gewoon een zacht eitje in de laatste maand van het jaar?
Hendrik laat zowaar de prins Bernhard "the Scrooge" van Oranje het Pietenhuis omtoveren tot een toevluchtsoord voor de cosplayer-nakomelingen van de door onze voorkomelingen verhandelde slaven. Gaat Oranje hiermee van zwart naar wit? Proef ik hier een premature kerstgedachte? Het moet niet gekker worden.
En dan Frits. Niks geen spreken, niks geen zwijgen. Actie! Daden! Een zak van eigen jute: het Oranjehuis terug naar Spanje. Maar lagen de wortels van ons volk nou juist niet in een tegengestelde beweging, zo'n vierhonderd jaar geleden? En die jutezak: duidt deze op de ruwe kledij die Oranje aantrekt als boetedoening voor het verleden? Ook Frits geeft (ondanks een ogenschijnlijk niet mis te verstane afloop) onderhuids een open eind waar de lezer nog wat weekjes op kan kauwen. Nee nee, ik noem het P-woord niet nog een keer.
Hendrikje laat de lezer al helemaal in verwarring achter. Is de dichter uit de overpeinzingen ontwaakt en roept het jaarlijkse inpakwerk? Een soort à propos? Of wordt er met het plakband iemand de mond gesnoerd en krijgt het zwijgen is goud opeens een lugubere betekenis?
Vragen, vragen, vragen. De dichters hullen zich natuurlijk in woordvol stilzwijgen.
En dan wordt er van mij een antwoord verwacht...
Wie is de Meestersonnettier van dienst? Ik ga voor De Gedachte. Het is de tijd voor Mooie Woorden en Hoofdletters. Maar dat had de lezer inmiddels wel begrepen. Het Zilveren Samenwerksonnet wordt op een Gouden Schaaltje aangeboden aan de Vader Aller Samenwerksonnetten en de eer gaat dus naar Ben.

Ben, gefeliciteerd!

Gefeliciteerd Ben! Knap gedicht.

Dank alle vrienden van het vrije vers voor de loftuitingen.
Ik ben het met Jaap eens dat alle distichons een goede afsluiting vormen op de gegevens in het gedicht. Hulde aan alle dichters die de afgelopen maanden aan de samenwerksonnetten hebben meegewerkt. De kwaliteit stijgt met sprongen.

Op dit moment ben ik niet in staat om een nieuw gedicht te starten. (Twee heerlijke avondjes en vier kleinkinderen...)

Vanaf maandag kunnen jullie een nieuwe aanzet verwachten.
Dat dit sonnet in een bijzondere kerstsfeer zal worden gepresenteerd spreekt voor zich.

Nog even geduld dus...

Groet, Ben