Nu Simson in Delila’s armen slaapt
Wordt alle moed weer bij elkaar geraapt:
‘Kom, grijp hem, Filistijnen! Opgepast,
Hij snurkt wel, maar het blijft een
De blauwbilgorgel riep ontstemd 'Mijn schepper zet mij in mijn hemd, mijn vader was niet eens een porgel, en moeder was een mispelmorgel. Een fantasie zeg, heeft die man, daar komen vreemde verzen van.'