Welkom,
Gasten
|
|
Een zoenvis sprak onlangs in Dussen
'Ik wil voortdurend vissen kussen want windes winden mij zo op van haring krijg ik hartenklop ook ponen weten mij te paaien bloedstollend is het met de haaien dorades kussen boterzacht en maanvis zoent het best bij nacht met zalmen neuzen is al hevig de diklipharders kussen stevig ik zoen het lekkerst met een griet maar tongen wil ik liever niet' Wikimedia Commons: Jörn |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Hier zit ik dan, in zwart gepeins verzonken,
en leg me neer bij treurnis' heerschappij,
want vriendschap die uitbundig werd geschonken,
leek op een dag de houdbaarheid voorbij.
Ik weet niet meer hoe onze stemmen klonken,
al liepen wij gestadig zij aan zij.
Een beeld dat, door de stroom des tijds verdronken,
mij plots weer overspoelt als bitter tij.
Ach, elke zee kent overslaande baren
en prikkend zout dat toch geen zwemmer let.
In plaats van naar dit druilerig sonnet
met uitgelopen inkt te blijven staren,
neem ik een zakdoek, koffie en pralinen.
Met chocola is het plezanter grienen.
Winnaar van de autobiografische sonnettenwedstrijd