Een hobbykip uit Ooltgensplaat
verveelt zich suf van vroeg tot laat.
Ze legt een ei en scharrelt rond,
of trekt wat wormen uit de grond.
Ze sprak: ‘Ik voel een groot gemis:
ik weet niet wat mijn hobby is.’
Voor niets: de ouderwetse hagelbuien Gecompleteerd met schrale oostenwind
Een flinke vorst, waarbij het ijs gaat kruien Een sneeuwstorm die het oog verblindt En tegenwind, voor boodschappen per fiets
Maar stel dat u de winter prettig vindt Met open haard en kaarsen of zoiets Dan krijgt u mijn versleten wintertruien Mag U de winter hebben, hoor. Voor niets * Bout rimé
Voor niets trotseer ik zware hagelbuien Het hoofd gebogen in de oostenwind
De kruier die mijn koffer loopt te kruien Is zonder al die wind al bijna blind We zoeken in de regen naar mijn fiets
Het is niet vreemd dat ik mijn fiets niet vind Bij het station? Gestolen of zoiets De kruier krijgt van mij mijn wintertruien en ook zijn loon, want hij kruit niet voor niets *