Een oud-student van me heeft twee leerlingen die beweren deze sonnetten zelf geschreven te hebben. Het vermoeden bestaat dat dit niet waar is. Maar wie zijn de auteurs dan wel? Of hebben we echt te maken met briljante havisten? Dit is zeker mogelijk, hoewel niet waarschijnlijk.
Alarmbellen!! (roept de docente in mij) Altijd lachen met die leerlingen
Ik neem aan dat je de gangbare plagiaatproeven op het internet er al op los hebt gelaten en dat die niets opleverden.
Het lijkt erop alsof de havisten bij een van hun ouders of tantes/ooms te rade zijn gegaan en dat die uit de oude doos een sonnet heeft opgediept dat hij/zij in zijn/haar schooltijd onder leiding van hun opa/oma heeft gemaakt!
Hmmm, briljante havisten... in beide sonnetten ontwaar ik wel wat onvolkomenheden.
Twee voorbeelden aangaande het rijm:
Het bovenste sonnet laat rijkrijm zien in regels 7 en 9; het onderste sonnet heeft twee niet-rijmende regels (1 en 4).
Inhoudelijk loopt er hier en daar iets niet geheel in de pas.
De tweede pennenvrucht kan wel een extra controle langs het meetlint van metrum gebruiken.
Het veelvuldig gebruik van "'t" doet wel erg aan Dèr Mouw denken.
Wie of de auteurs ook zijn: er mag geschaafd worden!
Groet, Ben