De combinatie bang en boos
Rijmt dubbel op belangeloos
Ws. zijn velen het eens met hetgeen dit distichon beweert. Toch zeggen de spellingregels iets anders. Die regels verdelen ‘belangeloos’ immers als be-lan-ge-loos. En -lan- rijmt niet op -lang-.
De lettergreepverdeling volgens spellingregels zit merkwaardig en soms niet logisch in elkaar, zoals het splitsen van -ng- in -n- en -g- laat zien. Elders haalt monnhauser de woorden buxus en taxis aan. Volgens de spellingregels zijn die eenlettergrepig, wat volgens de uitspraak niet klopt. Het pijnpunt zit in de letter -x- die eigenlijk uit twee klanken bestaat: -k- en -s-. Was daar in ‘buk-sus’ en ‘tak-sis’ voor gekozen, dan hadden deze woorden ook volgens de spellingsregels twee lettergrepen gehad. Voor het rijm maakt het niet uit, voor basisschoolkinderen en nieuwe Nederlanders die AN leren spreken en /of schrijven, zou het een stuk aangenamer zijn.
De -j- is ook zo’n dubieus geval. Waarom schrijven we die de ene keer met -j- en de andere keer met -i-, bijvoorbeeld in ‘jarig’ en ‘verfraaien’? Zou ‘ver-fra-jen’ geen betere weergave zijn? Het zou voor het rijm gevolgen hebben, onze schoolkinderen zouden er vast blij mee zijn.
Er zijn meer voorbeelden van inconsequente spellingregels met gevolgen voor de lettergreepverdeling en daarmee ook voor het bepalen of iets rijkrijm is of niet. Hans Mooi en monnhauser hebben zeker een punt als ze ervoor pleiten om in rijmkwesties naar de uitspraak te kijken. Maar omdat hun criterium ‘uitspraak’ vloeiend is, vraag ik me af of dat criterium dé oplossing biedt. Misschien moeten we maar accepteren dat taalregels soms rafelrandjes hebben.
Wat spelling betreft ben ik overigens al bijna mijn hele voltooide onderwijscarrière groot voorstander van een ver doorgevoerde spellingvereenvoudiging, al was het maar om te kunnen kappen in de vele moeizame onderwijsuren die aan lessen over inconsequente spelling worden besteed. Helaas zijn degenen die over zo’n hervorming moeten beslissen volwassenen die het systeem voldoende beheersen en daarom uit eigenbelang niet zitten te wachten op de noodzakelijke verbeteringen. Harry Mulisch sprak daarover niet voor niets minachtend als ‘soep lepelen met een vork.’
c.a.
Frits