@ Judy
Ha Judy,
Als voorbeelden zou ik gedichtjes van Lévi Weemoedt en Hans Dorrestijn willen noemen, met als kanttekening dat het me niet zou verbazen als Lévi het rommelige metrum bewust hanteert.
Waar ik me verder wel aan stoor, is gemakzuchtig woordgebruik (gebruik van veel 'vulwoorden' bijv.).
In mijn minicursus 'Light verse dichten' (uit 'Ietsnut', 2020, maar ook op HVV te vinden
(
hier)
geef ik een voorbeeld van hoe het gebrekkig kan en hoe het mooier kan:
Afvallen
Mijn dikke buik zat mij vaak in de weg.
Het sporten lukte niet en dat was pech.
Ik was te dik, dat mag u wel weten.
Ik moest dus minder eten.
Ik eet nu nog maar twee keer per dag
en hoop dat ik snel weer records breken mag.
Hobesitas
Een puddinkje kon ik niet laten staan.
Mijn XXL werd hinderlijk voor ringen,
voor rekstok, hordenloop en polsstokspringen.
Dus leuk of niet, daar moest iets aan gedaan.
Mijn sportniveau vraagt hier en daar wat offertjes:
in plaats van pannenkoeken eet ik poffertjes.
Hartelijke groet,
Wim