Wat een leuke discussie is dit! Ik heb veel herkenbaars voorbij horen komen.
Wim Meyles schreef :
Ik probeer het zelf te vermijden, maar ik beschouw het niet als rijkrijm.
Inge Boulonois schreef :
Ik zou zelf rijm met s-z noch f-v liever niet gebruiken maar strikt genomen is er wel verschil...
Hier sluit ik me bij aan. Hetzelfde geldt voor slot-n-rijm: Volgens mij is
ellende/zenden een prima rijmpaar, maar ik probeer het te vermijden om dit soort discussies te voorkomen, maar ook omdat het een kunstgreep vind die ik niet nodig heb om mijn gedichten kloppend te krijgen.
Jaap Bakker schreef :
De f is stemloos, de v stemhebbend.
Jaap Bakker schreef :
Een "Amsterdammer" spreekt "alles" stemloos uit: z wordt s, d wordt t, etcetera.
De eerste stelling is zuiver theoretisch.
In deze discussies komt onvermijdelijk de Amsterdammer ter sprake. Omdat die hun s en f zo scherp uitspreken, lijkt of zij als enige geen verschil maken s en z resp. f en v. Dat is niet zo, ook een zachter klinkende s of f is meestal niet te onderscheiden van een z of v. Een enkeling schrijft Het Journaal boze brieven over de uitspraak van
asielzoekerscentrum, de rest merkt het niet op.
Dat de Amsterdammer een d uitspreekt als t is gewoon onzin. Je hoort geen verschil tussen:
- Voor Willeke Alberti was geen zee te hoog.
- Voor Willeke Alberti was geen C te hoog.
Maar wel tussen:
- Ze lagen in het bos onder de deken.
- Ze lagen in het bos onder de teken.
Het gaat er nu juist om, dat in het Nederlands s/z en f/v fundamenteel anders worden gebruikt dan t/d en p/b.
Met enige regelmaat verandert ook een s in een z in onze spelling: sinds de laatste spellingswijziging schrijven we roze i.p.v. rose.
Toen de Friezen in de Napoleontische tijd een achternaam moesten kiezen, kozen ze massaal voor De Vries, blijkbaar een aanvaarde spelling in die tijd. Geen Brabander zou zich De Prapanter noemen.
monnhauser schreef :
Ik denk niet dat een dichter zich druk moet maken "of iets als rijk rijm ervaren kan worden", Bart. Iets is rijk rijm, of het is het niet.
Als een lezer/luisteraar (die de term rijk rijm niet kent) opmerkt dat iets niet echt rijmt, dan wordt iets buiten kijf als rijk rijm ervaren door zijn vakman en leek.
Maar wij gaan een stap verder: als wij een rijmklank diverse keren laten terugkeren, dan verlangen wij nergens rijk rijm; dit zal door de gemiddelde lezer/luisteraar niet herkend worden. Ik heb al eens eerder het voorbeeld gegeven van
"De zachte krachten zullen zeker winnen" van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk. Dat begint met twee prima rijmende kwatrijnen, maar wij vallen over het rijk rijm in de regels 1 en 6.
Terug naar het oorspronkelijke
omnivoren/metaforen. Zoals gezegd probeer ik het te vermijden. Ik zal het niet snel binnen één strofe gebruiken, maar in verschillende strofen zou ik het overwegen. Bij een rederijkersonnet komt rijmwoord b 14 keer voor. Hier zou ik geen moment aarzelen om omnivoren en metaforen beide te gebruiken in verschillende strofen. Vaak moet je wel wegens "rijmnood", een woord dat ik vandaag geleerd heb (bedankt Inge).
Jaap Bakker schreef :
Dit is hier al vaker langsgekomen, een discussie hierover is geinig, maar inhoudelijk zinloos.
Misschien maar opnemen in de handreiking?
Veel van wat er op Het Vrije Vers gebeurt is geinig maar zinloos. Dat vind ik de charme.
Wat wil je trouwens opnemen in de handreiking?
Allen bedankt voor een genoeglijke zondagmiddag,
Niels