Een Vogelaar te Bennebroek Had uit het grote Vogelboek Inmiddels alles wel gezien De Gots, de Kerp, de vale Grien De Barsijs, Koperwiek of Hop Hij keek er al niet meer van op Alleen de grote Karekiet Die vond hij al die jaren niet Er werd een traantje weggepinkt Nu hij hem toch heeft afgevinkt