Bij Atalanta Art verscheen onlangs de nieuwe bundel van Ton Peters vol sonnetten.
Zondag 26 januari vond in Groningen hiervan de bundelpresentatie plaats.
Tot niets verplicht, 37 kattensonnetten
Isbn: 9789083371900
In een recensie schreef Jean Pierre Rawie: ‘bespiegelingen van beurtelings de auteur en – cursief gedrukt – de kat zelf, die ook een kennelijke voorkeur voor het sonnet koestert. Het zijn vermakelijke, ontroerende en dikwijls tot nadenken stemmende gedichten.’
Veel van zijn kattensonnetten waren eerder op Het vrije vers te lezen en wij bevelen daarom deze bundel van harte bij u aan.
Het boek is te ontvangen door 13,92 euro over te maken naar C A Peters NL46 RBRB0900 544392 ovv ‘tot niets verplicht’ met vanzelfsprekend naam en adres van de ontvanger. Desgewenst wordt de bundel gesigneerd en van een opdracht voorzien.
Mijn dokter spreekt van hernia scrotalis En van een ingreep zonder pijn Die naar zijn zeggen heel normaal is: Het zou zijn eigen zakbreuk maar eens zijn
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01-05/02/2025 ): Lijfelijkheid
De machtige rivier is al verworden tot gedruppel Het weer zit in het hout van deze eens zo fiere knuppel Een stille doder sluipt te vaak mijn achtersteven uit Mijn botten maken bij 't bewegen veel te veel geluid
Toch hoort het niet om telkens maar de haren te gaan splitten Al zie ik het niet helder meer, ik zie het nog wel zitten
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01-05/02/2025 ): Lijfelijkheid
Ik voel twee zachte borsten in mijn rug En in mijn linkeroor haar zwoele stem Bij mij gaan de gevoelens van de rem Terwijl zij fluistert: "Wil je even vlug
De kelder in, een heerlijk flesje pakken en dan meteen mijn lekke voorband plakken?"
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01—05/02/2025 ): Lijfelijkheid
Ze is oogverblindend, zacht streel ik haar rug Haar zij, dan haar buik en dan schuchter naar boven Dat zij mij dit toestaat is haast niet te geloven Ze glimlacht, we zoenen, daarna gaat het vlug
Maar lijfelijkheid blijft toch meer iets privés U zit niet te wachten op platte clichés
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01—05/02/2025 ): Lijfelijkheid
Mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat, het valt niet mee de klok terug te zetten, zorgvuldig, naar een datum vóór het kwaad, mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat. De buren zijn nu dag en nacht paraat en zitten op hun spulletjes te letten. Mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat, het valt niet mee de klok terug te zetten.
Ik sla de bal en rochel als een otter Mijn vrouw loopt ook te blaffen op de baan Nog 18 holes met hoge koorts te gaan Het putten gaat gepaard met flink gesnotter
Zo staan wij op de green met zere kelen Ons jaarlijks potje griepgolf uit te spelen
Als bloedzuring zuiverend werkt op het bloed, als longkruid je weerstand een stuk kan verhogen, als ogentroost rust biedt aan brandende ogen, als hartgespan helpt bij een somber gemoed,
als maagdenpalm tegen bevruchting behoedt, als passiebloem hartstocht spontaan doet ontvlammen, als heelkruid ontstekingen in weet te dammen, dan ben ik benieuwd wat een lidcactus doet.
Ik zou toch zo graag dansen maar mijn benen willen niet. Het schort mij aan een maatgevoel, mijn kop is erg balsturig, ook soepelheid ontbreekt mij, ik ben net een monoliet.
Zo sierlijk met mijn lief te zwieren, och dat wou ik vurig en daarom heb ik steeds opnieuw met dansles meegedaan. Hoewel zij mij zeer liefhad werd zij toch wat ongedurig,
want door mijn leiding of nou ja wat daar voor door moet gaan ontbeert zij elk genoegen van een vrij en sierlijk zwieren. Zij zei: ‘Je bent een lieverd maar blijf nu maar even staan.’
Nu danst zij met een ander die haar ook nog wil versieren. Ik moet er dus voor zorgen dat ik straks niet word gedist. Het leven is geen vreugdedans met zulke stroeve spieren.
In een dans ben ik evenwel een echte specialist: ik ben een ware meester in de echtelijke twist.
Die grote wolk van wit met gele kuiven Is elke keer een wonderschoon gezicht Maar er wordt flink wat schade aangericht Als weer zo’n dikke zwerm hier langs komt stuiven
Ze zijn niet meer content met zaad en noten Ze trekken bossen etherkabels los Als was het slechts een zijden draadje flos En helpen heel het netwerk naar de kloten
Zo gaat het dus. Elk dier kent zijn belang En dient de mensheid voor een groter doel De kabelmaatschappij gaat op de fles
Ik leer vandaag een hele wijze les Bij mijn gereedschap zit een nieuwe “tool”: Een geelkuifkaketoe als draadstriptang
Kabel- en telecommaatschappijen in Australië maken de laatste tijd regelmatig extra kosten voor reparaties van doorgeknaagde kabels. Boosdoener is de grote geelkuifkaketoe, die de fabrikanten steeds vaker tot wanhoop drijft. Grote geelkuifkaketoes (Cacatua galerita) eten fruitgewassen en knagen op bladeren en boomschors, maar doen zich sinds kort ook steeds vaker tegoed aan netwerkkabels.