
Pexels
Hoe zal ik mijn verkoudheid eens beschrijven?
Ik heb al tien keer achtereen geniesd.
Mijn rechterneusgat is welhaast ontvliesd,
ik zal er mentholzalf op moeten wrijven.
Mijn keelgat is met scherven afgebiesd.
Dit zeg ik echt niet om te overdrijven.
Ik zie de splinters toch die overblijven
na ’t hoesten, als ik weer ben uitgebriest.
Mijn adem heeft zich boven in mijn longen
verschanst onder het frèle sleutelbeen,
door slijm en ander ongerief verdrongen.
Met sjaals en warme kruiken om me heen
heb ik mijn huisgenoten afgedwongen
dat ik een graf krijg met een dure steen.