Was ik maar één der interseksuelen
verzuchtte Donald in het Witte Huis
dan tastte ik geen vrouw meer in haar kruis
maar zou ik met mijn eigen pussy spelen.
Ver in’t heelal draait een planeet
Die de planeet der Waalven heet
De Waalf is een merkwaardig soort
Die tot het mensenras behoort
De Waalf is doorgaans zeer charmant
Maar heeft geen voor-en achterkant
‘Terug’ is Waalven onbekend
Hij gaat slechts heen, dat’s evident
Dat levert rust in het verkeer
Ze gaan slechts heen, en nimmer weer
Hun gang is traag, zo traag als stroop
Maar zonder heen- en- weergeloop
Hun vorst, dat is de Opperwaalf
Een jonge man nog, amper twintig of zoiets
(Hoewel dit gedicht niet meedong naar de wedstrijd op 'twaalf' te rijmen is hij toch te mooi om te laten liggen, red.)