De klokken luiden, afscheid wordt genomen
Een korte plechtigheid, een vers, een lied
De gang naar ‘t kerkhof, nee, die is er niet
Ik zie de stoet vertrekken langs de bomen
De oude zerken staan hier schots en scheef
En ook de houten kruizen, half vergaan
Waarop al lang de namen niet meer staan
Daar weer en wind ze langzaamaan verdreef.
De lege plekken met de hoge grassen
Vertellen dat de tijd veranderd is.
Men kiest voor rouwmis noch begrafenis
Maar gaat in vlammen op om te verassen.
Ik fluit als ik het stille hof verlaat
Heel zacht de cemetery blues op straat.